Safety-II werkt

Slotbijeenkomst van het ZonMw-programma ‘Safety-II en veiligheidsergonomie’ op 17 oktober 2024
Hoe draagt Safety-II bij aan patiëntveiligheid? Op de slotbijeenkomst van het ZonMw-programma ‘Safety-II en veiligheidsergonomie’ presenteerden de onderzoekers wat zij in 4 jaar hebben opgehaald. De belangrijkste componenten: tijd inbouwen om interdisciplinair te overleggen, oog hebben voor de context en patiëntperspectief meenemen.

Bevindingen van de onderzoeksteams

Ian Leistikow, vicevoorzitter van de ZonMw-programmacommissie, onderstreept het nog maar eens tijdens zijn welkomstwoord voor de bijeenkomst in het Utrechtse Stadskasteel Oudaen op 17 oktober: ‘Safety-II is genuanceerder dan leren van dingen die goed gaan. Het is vooral leren van de dagelijkse praktijk.’ Die dag wordt ingezoomd op de werkzame componenten van het gedachtegoed. 12 van de 16 onderzoeksteams die met een subsidie vanuit het ZonMw-programma aan de slag gingen, presenteren hun bevindingen. 

Afbeelding
Safety-II is genuanceerder dan leren van dingen die goed gaan. Het is vooral leren van de dagelijkse praktijk.
Ian Leistikow

Woordwolk

Afbeelding
Woordenwolk Safety-II

Programmacommissielid Marit de Vos zette alle onderzoeksamenvattingen in een woordwolk die de kernwoorden zichtbaar maakt.

Belang van het systeem

Voordat de teams hun presentaties houden, is het woord aan Irene Grossmann, universitair docent Veiligheid in de Gezondheidszorg aan de TU Delft, voor een reflectie op de toekomst. Zij laat zien wat het belang is van het systeem bij het verbeteren van de patiëntveiligheid.: ‘Veiligheid in de zorg is een vak. Het draait om vakmanschap maar ook om hoe het systeem functioneert. Dat systeem heeft sociale en technische aspecten en die moeten we zien te integreren. We hebben systeemwetenschap en transdisciplinair onderzoek nodig om dit goed te kunnen vormgeven.'

Afbeelding
Veiligheid in de zorg draait ook om hoe het systeem functioneert. Dat systeem heeft sociale en technische aspecten en die moet je integreren.
Irene Grossmann

Safety-II in de kleinere setting

Grossmans lezing wordt opgevat als het Safety-II 2.0 met accent op het systeem als geheel. De onderzoeksteams die die dag hun resultaten presenteren, hebben vooral gefocust op wat Safety-II betekent in de kleinere setting van de ziekenhuisafdelingen. Joris Fuijkschot, kinderarts in het Radboudumc Amalia Kinderziekenhuis, vertelt over het actieonderzoek ‘Leren in het alledaagse van het alledaagse’. Dagelijkse interprofessionele interactie bleek in de visitepraktijk te leiden tot effectiever teamgedrag, meer situatieoverzicht en meer werkplezier. ‘Al blijft tijd vrijmaken voor interdisciplinair overleg lastig’, aldus Fuijkschot. ‘Verder is begeleiding van de reflectie door een facilitator nodig. Het vraagt zeker 2 jaar om inzicht, skills en zelfvertrouwen te verwerven om goed met elkaar te reflecteren.’

Afbeelding
Het vraagt zeker 2 jaar om inzicht, skills en zelfvertrouwen te verwerven om goed met elkaar te reflecteren.
Joris Fuijkschot

Tijd inbouwen

Milou Steenbergen van het UMC Utrecht noemt tijd ook als een issue bij Safety-II. ‘Tijd nemen staat bij weinig mensen in het takenpakket en wordt weinig gegund. Terwijl het heel veel kracht geeft om dingen op te halen bij de mensen op de werkvloer. Daar zitten de oplossingen.’ Uit het actieonderzoek ‘LEren van Geslaagd Ontslag (LEGO)’ waaraan Steenbergen meewerkte, bleek hoe belangrijk het is om iedere afdeling ruimte te geven om te kijken naar wat wel en niet werkt. ‘De interventies van een geslaagd ontslagproces van de ene afdeling hoeven niet per se te werken voor een andere afdeling. Copy paste is het oude denken. Door in gesprek te gaan met zorgprofessionals en te reflecteren, helpen we hen het onderliggende werkingsmechanisme als uitgangspunt te nemen: ‘Wat maakt dat deze interventie werkt, voor wie werkt het, in welke omstandigheden werkt het en waarom?’  Safety-II gaat dus ook over het omarmen van praktijkvariatie die ontstaat doordat contexten verschillen. Het werkt als mensen met elkaar ruimte krijgen om daarop te reflecteren.’

Afbeelding
Safety-II gaat ook over het omarmen van praktijkvariatie. Het werkt als mensen met elkaar ruimte krijgen om daarop te reflecteren.
Milou Steenbergen

Interdisciplinair overleggen

Centraal in Safety-II staat het bevorderen van de veerkracht van zorgpraktijken. Hiervoor is het belangrijk dat meerdere disciplines met elkaar reflecteren op de dagelijkse zorg. ‘Professionals hebben heel verschillende perspectieven op wat goede zorg is en dat blijft vaak onbesproken’, aldus universitair docent Martijn Felder van Erasmus School of Health Policy & Management. Hij nam deel aan het onderzoek ‘Ruimte voor Veerkracht II: borgen van Safety II in teams en ziekenhuizen op de langere termijn’ onder 12 teams bij 4 ziekenhuizen. ‘Interdisciplinair overleg levert veel op maar het vereist ook werk, het is dus iets waar je gezamenlijk in moet investeren. Daarbij is het belangrijk om reflectie op alle niveaus van de organisatie te faciliteren en oog te hebben voor het onzichtbare en relationele werk van sleutelpersonen binnen de organisatie.’

Afbeelding
‘Met elkaar’ is een sleutelbegrip in Safety-II, en dan vooral: meerdere disciplines met elkaar.
Martijn Felder

Goede teamcommunicatie

Rick Roos van het Haga Ziekenhuis legt in zijn presentatie van het onderzoek ‘Samen op zoek naar de juiste diagnose’ het accent op het belang van goede teamcommunicatie. Het onderzoeksteam deed daarvoor observaties op de SEH. ‘In co-creatie-sessies met alle betrokkenen inclusief de patiënten bespraken we vervolgens de geobserveerde praktijkvariatie. Daarbij beoordeelden we wat een positief effect lijkt te hebben op het diagnostische proces. Dit pasten we direct als interventie in de praktijk toe.’ Een aantal best practices leidde zo tot een beter en efficiënter diagnostisch proces. ‘Zaken als gegevens volgens een vast format noteren in het EPD en de gezamenlijke opstart van arts en verpleegkundige in de SEH-kamer bleken bijvoorbeeld goed te werken. Ze lijken voor de hand te liggen, maar het gebeurde lang niet altijd.’

Zaken als gegevens volgens een vast format noteren in het EPD en de gezamenlijke opstart van arts en verpleegkundige in de SEH-kamer bleken bijvoorbeeld goed te werken.
Rick Roos

Motorkapoverleg is succes

Ook Maaike Langelaan, adviseur kwaliteit en veiligheid acute zorg bij de Gelre Ziekenhuizen, deed onderzoek op de SEH. ‘Safety-II werd op onze SEH eerst ontvangen als ‘weer een nieuw project’. Toen hebben we de reflectie het motorkapoverleg genoemd. Dat is nu heel normaal geworden op de SEH. Het motorkapoverleg gebeurt vanuit een veranderde teamstructuur, waarbij verpleegkundigen in de lead zijn voor het beleggen van het overleg. Verder is de functie medisch coördinator ingevoerd, medisch specialisten die de zorg op de SEH coördineren. Al met al leidde dat tot betere diagnostiek en behandeling.’

Afbeelding
Het motorkapoverleg gebeurt vanuit een veranderde teamstructuur, waarbij verpleegkundigen in de lead zijn voor het beleggen van het overleg.
Maaike Langelaan

Patiëntperspectief meegenomen

Petra van Gurp van het Radboudumc betrekt in haar presentatie van het onderzoek Study-buddy specifiek het patiëntperspectief. ‘Zowel de zorgverlener als de patiënt hebben veerkracht nodig in de dagelijkse praktijk. We wilden die 2 perspectieven bij elkaar brengen. Patiënten en zorgverleners hebben elkaar bevraagd in 3 gesprekken over hun ervaringen in de gezondheidszorg. Zo konden ze als study-buddy van elkaar leren. De gesprekken werden afgesloten met een persoonlijke reflectie. Een jonge patiënt, een meisje met reuma, schreef: ‘Zorgverleners zijn gefocust op mijn ziekte, maar voor mij gaat het om mijn leven met mijn ziekte. Ik hoop dat zorgverleners zien hoe mooi hun vak is, als ze verschil kunnen maken voor iemands leven in plaats van iemands ziekte.’

De gesprekscyclus bracht eerst ongemak;, het was vooral voor de zorgverlener onwennig om de mens in zichzelf te laten zien. Maar juist de gelijkwaardige leerrelatie en co-creatie van zorgverlener en patiënt leidden tot inzicht, versterking van het persoonlijk leiderschap en gevoel van zingeving. Vanuit het onderzoek is het leerproduct ‘Reflectieve gesprekscyclus’ ontwikkeld. Het is beschikbaar voor iedereen die ermee aan de slag wil.

Afbeelding
Juist de gelijkwaardige leerrelatie en co-creatie van zorgverlener en patiënt leidden tot inzicht, versterking van het persoonlijk leiderschap en gevoel van zingeving
Petra van Gurp (foto door Sophie Schwering)

Integreren in het onderwijs

Veel gehoord op de slotbijeenkomst is het belang van het onderwijs bij de verspreiding van het gedachtegoed van Safety-II. Universitair hoofddocent Floor van Rosse van het Erasmus MC vertelt over het project ‘Bloedstollend Veilig’ bij de master geneeskunde. Studenten leren daar om afwijkingen van het protocol niet meteen af te schrijven, maar een flexibele werkhouding te ontwikkelen en met een kritische blik naar de werkprocessen te kijken. ‘Dat gaat hopelijk de patiëntveiligheid en de werkprocessen een flinke boost geven’, aldus Van Rosse.

Afbeelding
Studenten leren om afwijkingen van het protocol niet meteen af te schrijven, maar een flexibele werkhouding te ontwikkelen en met een kritische blik naar de werkprocessen te kijken
Floor van Rosse

Paneldiscussie

In de paneldiscussie onder leiding van implementatiespecialist Haske van Veenendaal die volgt na de presentaties, wordt ook gesproken over onderwijs. Leistikow is het eens met de stelling: Voor de versnelling van de implementatie van Safety-II moet de focus liggen op de opleiding van professionals en training van zittende professionals. ‘Maar’, zegt Leistikow, ’We moeten niet de last van de verbetering bij de jongste generatie leggen. Alleen scholen is nooit genoeg, er is meer nodig: gedragsverandering en cultuurverandering.’

Safety-II bestendigen

Leistikow is ook degene die de bijeenkomst afsluit. Hij concludeert dat alle Safety-II-projecten hebben geleid tot enthousiasme. ‘Met dit programma zijn we erachter gekomen dat Safety-II echt werkt. Nu moeten we dit bestendigen: mensen bij elkaar brengen, tijd inbouwen en goede facilitators regelen. Safety-II is het vergroten van de kansen op alledaags succes. Het is een overgang van ‘het voorkomen van fouten’ naar ‘veiligheid is de core business van de zorgverlener.' Het applaus dat volgt is veelzeggend. 

Overzicht van de projecten

RAG-NL
1 / 16

De Nederlandse Resilience Analysis Grid (RAG-NL) als Safety-II interventietool

Zorgverleners, kwaliteitsfunctionarissen en ziekenhuisbestuurders tonen interesse in Safety-II-veiligheidsdenken, maar een praktische toepassing om hiermee aan de slag te gaan ontbreekt. Safety-II-toepassingstheorieën zoals de Resilience Analysis Grid (RAG) zijn bovendien abstract. 

Doel en werkwijze

Samen met de Samenwerkende Algemene Ziekenhuizen (SAZ) en experts op het gebied van Safety-II van MediRisk is gekeken hoe de RAG-theorie praktisch toepasbaar gemaakt kan worden voor de Nederlandse ziekenhuispraktijk. 

Resultaat

Een Safety-II-reflectiekaartenpakket, dat bestaat uit reflectiekaarten en een praktische handleiding. Hiermee kan men zelfstandig reflecteren volgens Safety-II-principes, gebaseerd op de veerkrachtvermogens: reageren, monitoren, leren en anticiperen. 

Lees meer over dit project
Projectteam van project 'Visite met de patient'
2 / 16

Visite met de patiënt

Op de afdeling kindergeneeskunde van Meander Medisch Centrum vindt op de patiëntenkamer de artsenvisite plaats: een overleg over de voortgang en het behandelplan met kinderen, ouders, artsen en verpleegkundigen. Met actieonderzoek is ontdekt hoe deelnemers aan de visite met en van elkaar kunnen leren om nog meer duidelijkheid voor iedereen te creëren rondom de visite.

Resultaten

Meer uniformiteit en duidelijkheid in werkwijzen, door onder andere:

  • een informatieposter voor ouders
  • het uitschrijven van ontslagdoelen en vragen op het whiteboard
  • het aanhouden van een vaste volgorde en inhoud bij de visite

Daarbij bleek ook dat het soms goed is om af te wijken van de uniforme standaardwerkwijze, wanneer dat past in de situatie.

Transfereerbaar

In het vervolgonderzoek bleken de resultaten van niet generaliseerbaar maar wel transfereerbaar te zijn naar de andere ziekenhuizen en versnelde daar het leerproces. De aanpak werkte, met kleine aanpassingen, ook in de academische en algemene setting. Kortom, er werd hetzelfde resultaat geboekt met aanzienlijk minder externe begeleiding:

  • De tijdsbesteding van de professionals bleef gelijk. 
  • De inzet van de actieonderzoeker reduceerde met 60%. Omdat ieder enige begeleiding essentieel vond, is een leergang voor interne begeleiders opgezet. 
Lees meer over dit project
Freedome in a frame
3 / 16

Freedom in a frame

De hoeveelheid regels en richtlijnen in de zorg kan beklemmend werken voor professionals. Door te kijken naar hun behoeftes, zoals in de Freedom in a frame aanpak, ervaren zij meer autonomie en kunnen zij hun kennis en kunde beter inzetten. Dit zorgt voor een beter proces.

In deze studie is een inventarisatie gemaakt van de formele beschrijving van een systeem (Work-as-Imagined, WAI) en de realiteit (Work-as-Done, WAD) om verbeteringen te ontwikkelen voor patiëntveiligheid.

Resultaten

De 2 hoofdresultaten zijn:

  • Een nieuwe innovatieve verbetermethode voor het proactief analyseren en verbeteren van zorgprocessen
  • Inzicht in omgang met verschillen in  een systeem (Work-as-Imagined, WAI) en de realiteit (Work-as-Done, WAD)
Lees meer over dit project
Beelmerk Safety-II-project Met Verve
4 / 16

VERpleegkundigen in the lead voor kwaliteit- en patiëntVEiligheid (Met VERVE!)

Verpleegkundigen stellen alles in het werk om de kwaliteit en veiligheid van patiëntenzorg te garanderen, hoewel dit moeilijker wordt door de toenemende complexiteit van de zorg en het tekort aan verpleegkundigen.

Doel

In het project ‘Met Verve!’ leerden we daarom samen met verpleegkundigen zelf hoe zij inefficiënte en onveilige situaties in de praktijk oplossen en hoe we hun vermogen om oplossingen te vinden in complexe adaptieve systemen kunnen vergroten.

Resultaten

Uit observaties, interviews en vele reflectiesessies bleek dat verpleegkundigen van nature veerkracht tonen bij potentiële risico's voor de veiligheid van patiënten. Deze kennis wordt niet altijd benut en verpleegkundigen slagen er niet altijd in hun kennis te gebruiken om veerkrachtige processen en systemen te organiseren. Toegang tot data om continu te leren en verbeteren en structurele reflectie is nodig om de kennis van verpleegkundigen vast te leggen in processen en systemen, teneinde de kwaliteit en patiëntveiligheid te vergroten.

Lees meer over dit project
Geslaagd ontslag
5 / 16

LEren van Geslaagd Ontslag

Ontslag uit het ziekenhuis brengt risico's met zich mee doordat zorgprofessionals die de zorg overnemen niet altijd volledige of juiste ontslaginformatie ontvangen. Dit kan de zorgkwaliteit schaden. 

Doel

In het vorige onderzoek Geslaagd Ontslag werden succesvolle overdrachten van ontslaginformatie onderzocht. In dit onderzoek 'Leren van Geslaagd Ontslag' (LEGO) werden afdelingen waar het ontslag verbetering behoeft, onderzocht. 

Resultaat

Dezelfde aanpak geeft niet altijd dezelfde uitkomsten door verschillen in de omgeving. Hierdoor ‘werkt’ eenzelfde aanpak minder goed dan op een andere plek. We hebben daarom in LEGO eerst de omgevingsfactoren geanalyseerd. Vervolgens hebben we samen met zorgprofessionals de aanpak om tot ‘geslaagd ontslag’ opnieuw ontworpen. Dit omdat zij het best weten hoe hun omgeving in elkaar zit en ook zodat zij beter begrijpen waarom en wanneer de aanpak werkt. 

Lees meer over dit project
Videoreflectie
6 / 16

Videoreflectie van acute interventies in de dagelijkse zorg

Neonatale zorg wordt gekenmerkt door een dynamische, multidisciplinaire en acute omgeving. Richtlijnen en protocollen kunnen simpelweg niet alle aspecten omvatten waar zorg uit bestaat, zoals context, samenwerking en communicatie.

Doel: reflectie op alle aspecten van de zorg

Het maken van audiovisuele opnames van zorg geeft echter de mogelijkheid voor reflectie op alle aspecten van zorg, samen met de zorgverleners die betrokken zijn. Daarom zijn op de afdeling neonatologie van het LUMC middels eye-tracking glasses en verschillende camera’s de reanimatie van pasgeborenen, intubaties en steriele procedures opgenomen.

Resultaten

Deze sessies hebben geleid tot onder andere protocolaanpassingen, aanschaf van nieuwe materialen, opzetten van trainingen en het ontwerpen van een time-out procedure. Ook werd onderzocht wat randvoorwaarden en succesfactoren zijn van videoreflectie en het creëren van een lerende cultuur op de afdeling zodat reflectie op multidisciplinair niveau mogelijk was. 

Neoflix toolkit

Er wordt een Neoflix toolkit gemaakt:  een interactieve handreiking met daarin randvoorwaarden en succesfactoren van implementatie om implementatie op andere afdelingen te vereenvoudigen en toegankelijk te maken.

Lees meer over dit project
Ruimte voor Veerkracht
7 / 16

Ruimte voor Veerkracht

Reflectie door zorgverleners op het dagelijks werk kan bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit en veiligheid van zorg. 

Doel

In dit onderzoek werkten onderzoekers samen met 6 afdelingen van 3 ziekenhuizen om te onderzoeken hoe reflectie blijvend georganiseerd kan worden. Dit onderzoek is een vervolg op het project Ruimte voor veerkracht: anders verantwoorden in de relatie tussen ‘work as imagined’ (WAI) en ‘work as done’ (WAD).

Resultaat

  • Het project toont aan dat reflectie noodzakelijk is, onder meer omdat zorgverleners soms verschillende visies hebben op wat goede zorg is. Reflectie vindt vaak plaats in werkgroepen en commissies, maar minder tijdens de dagelijkse zorg. 
  • Een manier om dit te verbeteren, is door reflectie te integreren in bestaande structuren, zoals de dagafsluiting of de visite. 
  • Reflectie is nodig op alle niveaus binnen het ziekenhuis en vereist van het management een andere benadering van zorg op de werkvloer. Het is belangrijk te beseffen dat reflectieprocessen kwetsbaar zijn en verstoord kunnen worden door bijvoorbeeld organisatorische veranderingen, dienstroosters, personeelstekorten en externe interventies.
Lees meer over dit project
Safe transfer
8 / 16

Safe transfer NICU | Safe landing

Jaarlijks worden er circa 400 kinderen van de Neonatale Intensive Care Unit (NICU) van het Universitair Medisch Centrum Utrecht overgeplaatst naar een tweedelijns ziekenhuis zodra deze kinderen geen intensieve zorg meer nodig hebben.

Doel

Het doel van het actieonderzoek ‘safe transfer NICU’ was te onderzoeken welke aspecten essentieel zijn voor een veilige, tijdige overplaatsing en hoe deze aspecten geborgd kunnen worden in een proactieve, wendbare en lerende organisatie.

Resultaten

De resultaten tonen aan dat een veilige overplaatsing meestal gerealiseerd wordt (gem. 8,2; schaal 1-10). De ervaren veiligheid verschilt niet tussen de verschillende betrokkenen (ouders, zorgverleners NICU/regionaal/ambulance). Veiligheid vergrotende factoren zijn: 

  • Eenduidige overplaatsingscriteria.
  • Tijdige voorbereiding op de overplaatsing.
  • Tijdige en herhaaldelijke voorlichting van ouders.
  • Ouders actief betrekken bij de overdracht. 
  • Het vragen naar en acteren op zorgen van ouders/zorgverleners.

Het samenbrengen van actoren en samen reflecteren leidde tot gedragen acties die in korte tijd zijn uitgevoerd. Focussen op leren van dat wat goed gaat, geeft nieuwe inzichten en vergroot de betrokkenheid.

Vervolg

In het vervolgonderzoek Safe landing is het stimuleren van de veilige overplaatsing van pasgeboren kinderen van de afdeling verloskunde naar de afdeling neonatale intensive care  onderzocht. De resultaten toonden aan dat in de meeste gevallen veiligheid is ervaren door zowel zorgverleners als ouders. Ruimte voor verbetering was er met name in de onderlinge afstemming, welke geoptimaliseerd werd door de implementatie van een nieuwe schriftelijke overdracht in het EPD en de introductie van een 'time out bord' ter ondersteuning van de acute opvang. 

Daarnaast werden verbeteringen aangebracht in de multidisciplinaire afstemming voorafgaand aan de geboorte en werd het leren van dagelijkse praktijk gestimuleerd, onder meer door informele leermomenten en gezamenlijke casuïstiekbesprekingen. Tot slot werd ouderparticipatie gestimuleerd en vergroot: een belangrijke succesfactor binnen een overplaatsing. 

Lees meer over dit project
Spoedeisende hulp (SEH)
9 / 16

Teamcommunicatie op de spoedeisende hulp

In het proces van tot een diagnose komen, zijn niet alleen kennis, cognitieve vermogens en ervaringen van de individuele professional van belang, maar die van álle individuen in het diagnostisch team. Dat blijkt uit het eerdere actieonderzoek Leren van juiste diagnoses. Zo’n team bestaat uit artsen, verpleegkundigen, laboranten en de patiënt en/of naasten. De communicatie binnen dit team speelt een cruciale rol in het diagnostisch proces.

Doel 

Het doel van dit project was inzicht krijgen in succesfactoren in de teamcommunicatie en de wensen van patiënten. En leren van goede teamcommunicatie op de complexe-adaptieve spoedeisende hulp (SEH), ter verbetering van de kwaliteit en veiligheid van de zorg. 

Aanpak

In dit actieonderzoek is in 3 cycli de teamcommunicatie op de spoedeisende hulp geobserveerd, waarbij na iedere casus een team debriefing en een interview met patiënt/naasten plaatsvond. De praktijkvariatie tussen de verschillende casus werd nadien besproken in cocreatiesessies met een multidisciplinaire werkgroep, inclusief patiëntvertegenwoordigers, waarbij succesfactoren werden geïdentificeerd en interventies werden bedacht. 

Resultaat

We hebben praktijkvariatie gezien in onder andere de start van het proces, de frequentie van contact binnen het team, wie er gebeld wordt als een patiënt voor onderzoek mag komen, en het verwachtingsmanagement naar de patiënt. Het samen opstarten van de arts en verpleegkundige bij patiënten die met een ambulance kwamen, werd als een succesfactor gezien en is als interventie toegepast.

Lees meer over dit project
Verpleegkundig gebruik medische technologie
10 / 16

Verpleegkundig gebruik van medische technologieën rondom het bed van de patiënt

In de zorg wordt steeds meer technologie gebruikt om bijvoorbeeld bloeddruk, hartslag of zuurstofgehalte in het bloed te bewaken, of om zuurstof toe te dienen. Verpleegkundigen die deze apparaten bedienen, werken met steeds meer en ingewikkelder technologie. Er is een grote variatie in de manieren hoe verpleegkundigen met deze technologie omgaan.

Doel

Variaties in handelen zorgen er meestal voor dat de zorg veilig is, maar kan ook leiden tot een incident of calamiteit. In dit project brachten we deze variaties in kaart en onderzochten we hoe we daar het beste van kunnen leren. Het projectdoel was te komen tot een veerkrachtig en open veiligheidssysteem rondom het gebruik van medische apparaten (onder andere infuuspomp).

Resultaat

Uit de pilot bleek dat het praten over praktijkvariaties waardevol is. De verpleegkundigen van beide afdelingen waren verschillend, ook wat betreft hun behoefte tijdens de pilot-methodiek. Zo bleek dat voor het identificeren van praktijkvariaties het van belang is dat de observator over kennis beschikt van het apparaat én de praktijk. Vooral in een hoog complexe omgeving bleek dit essentieel te zijn. Door drukte in de praktijk was de pilot-methodiek niet altijd haalbaar. Beter kan de methodiek onderdeel zijn van bestaande structuren. In 2023 volgt een nieuwe pilotstudie waarna deze GoodUseT-methodiek wordt aangescherpt.

Lees meer over dit project
Positief en reflectief leren en verbeteren
11 / 16

Safety-II op de IC: positief en reflectief leren en verbeteren

In het project ‘Safety-II op de IC’ leerden zorgverleners om te reflecteren op hun dagelijks handelen, gebruikmakend van 'Appreciative Inquiry' (waarderend onderzoek). Hierbij werd ingezoomd op waarom het juist zo vaak goed gaat, ondanks de complexiteit van IC-zorg.

Resultaten

Het project heeft geleid tot:

  • een breed inzetbare positieve reflectiemethodiek
  • een overzicht van succesfactoren en verbetersuggesties voor glucoseregulatie en overplaatsing van IC-patiënten

Gedegen bewijs voor de invloed van positief reflecteren op werkbeleving en veiligheidsuitkomsten ontbreekt. De opbrengsten uit deze studie en de (positieve) ervaringen met het toepassen de reflectiemethodiek bieden wel handvatten voor het implementeren van Safety-II in de zorg. In het vervolgonderzoek 'Zorgvuldige en veilige transitie van IC-patiënten naar de verpleegafdeling. Leren en verbeteren op basis van ‘work as done’ en succeservaringen van patiënten, naasten en professionals.' is daarom in 3 ziekenhuizen ‘Work-As-Done’ bij overplaatsingen bestudeerd.

Lees meer over dit project
Patiëntenparticipatie
12 / 16

Study-buddy

De druk in de gezondheidszorg is hoog. Zorgprofessionals staan voor veranderingen en uitdagingen, terwijl zij patiëntveiligheid moeten blijven borgen. Veerkracht helpt daarbij, doordat het zorgt voor het accepteren van en aanpassen aan een situatie. Veerkracht komt echter niet vanzelf en staat eveneens onder druk. Ook van patiënten en hun naasten wordt veerkracht gevraagd om hun leven opnieuw in te richten als gezondheid niet meer vanzelfsprekend is. 

Doel

Het project 'Study-buddy' onderzocht of we veerkracht kunnen vergroten door patiënten en professionals samen in dialoog te laten gaan, eerlijk en kwetsbaar. Zij zoeken elk vanuit hun eigen perspectief naar wat er echt toe doet. Hoe beter je elkaar begrijpt, hoe beter je uitdagingen aan kunt gaan, hoe meer veerkracht kan groeien.

Aanpak

In dit project zijn patiënten en zorgverleners samen in gesprek gegaan, open en eerlijk. Zij bespraken met elkaar in 3 gesprekssessies hoe zij ieder naar de zorg kijken, wat ze belangrijk vinden, wat moeilijk is in de zorg, wat ze doen als het moeilijk is, waar ze veerkracht vandaan halen en wat dat hen brengt. 

Resultaat

  • Het inzicht in elkaars werk, ervaringen en beleving versterkt de veerkracht van de deelnemers en stimuleert tot samen werken aan kwaliteitsverbetering. Met elkaar praten en elkaars kwetsbaarheden kennen zijn essentieel voor een vruchtbare samenwerking. Hoe beter je elkaar begrijpt, hoe beter je uitdagingen aan kunt gaan, hoe meer veerkracht kan groeien. 
  • Ook al leveren deze gesprekken veel op, het is ongewoon om eraan te beginnen en je open te stellen voor de ander. Met de goede intentie, vertrouwen in elkaar en aandacht voor veiligheid in het gesprek zijn de gesprekken als zeer waardevol beoordeeld en het begin van samenwerking om de kwaliteit van zorg te verbeteren. Patiënten en zorgverleners, samen voor veerkracht en daarmee voor patiëntveiligheid, samen werken en samen leren: 'study buddies'. 
Lees meer over dit project
Ziekenhuisbed
13 / 16

Veiligere zorg rondom de infuuspomp in de praktijk

Sommige medicijnen in het ziekenhuis krijgen patiënten via een infuus. Helaas gaat dit soms fout, waardoor zij verkeerde medicijnen of doses krijgen of het medicijn op de verkeerde manier krijgen toegediend. Dit kan ernstige gevolgen hebben.

Doel

Dit onderzoek heeft gekeken naar het veilig toedienen van medicatie via infuuspompen. Het doel was verbeteringen voor patiëntveiligheid te vinden door het toepassen van Safety-II en de FRAM-methode.

Resultaat

  • Deze benadering bleek effectief, door de nadruk op procesverbetering vanuit de praktijk. 
  • FRAM bleek effectief om complexe processen te begrijpen en verbeteringen te identificeren. Deze omvatten het vaststellen van duidelijke rollen, het verbeteren van communicatie en het efficiënter maken van het patiëntdossier. 
  • Het onderzoek benadrukt het belang van multidisciplinaire betrokkenheid en heeft geleid tot veel verbeteringen, waaronder een beter begrip van het voorschrijfproces en een inkorting van de lijst met beschikbare medicatieopties. Daarnaast is extra aandacht besteed aan het inwerken van nieuwe artsen. 
  • Het rapport toont aan dat het begrijpen van processen vanuit een positief perspectief en het betrekken van alle zorgprofessionals cruciaal zijn voor het verbeteren van patiëntveiligheid.
Lees meer over dit project
Motorkapoverleg
14 / 16

Patiëntveiligheid bij een semi-acute opname

Een overall reflectie op de calamiteiten op de spoedeisende hulp (SEH) laat zien dat het stellen van een juiste en tijdige diagnose bij complexe patiënten op de SEH ingewikkeld is.

Doel

Doel van dit onderzoek was een nieuwe werkwijze ontwikkelen en integreren op de werkvloer om daarmee de veerkracht van zorgverleners te vergroten en sneller tot een juiste diagnose en behandeling van de patiënt te komen. Uiteindelijk dient dit bij te dragen aan het verder verbeteren van de patiëntveiligheid en kan het helpen de doorstroom op de SEH te verbeteren. 

Resultaat

Samen met de zorgverleners is een structuur ontwikkeld met werkafspraken om op vastgestelde momenten een reflectiemoment in te zetten: het motorkapoverleg. Tijdens het actieonderzoek zijn de werkafspraken steeds verder aangescherpt. De aanscherpingen zijn voortgekomen uit 2 belangrijke ontwikkelingen:

  • versterking verpleegkundig leiderschap
  • verandering in de organisatiestructuur van de SEH 
Lees meer over dit project
Operatiekamer
15 / 16

Veerkracht en zelfregulatie in de operatiekamer

Werken op een operatiekamer (OK) is topsport. Elke operatie vraagt om intensieve samenwerking tussen zorgprofessionals in situaties die gekenmerkt worden door hoge druk en intensiteit. Voor goede kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid is het belangrijk dat professionals optimaal leren van van zowel wat er fout gaat en wat er goed gaat (Safety-II) op de OK . Daarvoor zijn veerkrachtige zorgprofessionals essentieel.

Resultaat

Het onderzoek heeft tot nu toe laten zien dat er 3 type situaties zijn waar veerkracht van zorgprofessionals op de OK wordt gevraagd, en waar zelfregulatievaardigheden nodig zijn om mee om te gaan: 

  1. Het gaat dan allereerst om situaties die te maken hebben met de operatie zelf, bijvoorbeeld wanneer er een onverwachte bloeding ontstaat, de operatie niet verloopt zoals verwacht (bijvoorbeeld omdat een tumor lastiger te verwijderen is dan gedacht) en veerkracht gevraagd wordt om plannen aan te passen of zelfs te improviseren. 
  2. Een tweede type situatie heeft te maken met het team. Het kwalitatieve onderzoek heeft laten zien dat de teamsamenstelling en het leiderschap van de chirurg soms veerkracht vraagt, bijvoorbeeld als iemand niet goed bekend is met de rest van het team. Routines en gewoonten kunnen in belangrijke mate een bijdrage leveren aan het werken op de OK maar deze routines zijn sterker naarmate teamleden elkaar beter kennen
    en beter op elkaar ingespeeld zijn. Het leiderschapsgedrag van de chirurg speelt daarnaast een belangrijke rol, omdat hij of zij een belangrijke factor is in het creëren van een omgeving waarin goed samengewerkt kan worden en waarin alle teamleden zich durven uit te spreken. 
  3. Een derde situatie heeft te maken met de werkomgeving. Veerkracht wordt onder andere gevraagd in situaties waarin er sprake is van de afwezigheid van specifieke materialen of als er problemen zijn met de bemensing. Zo’n situatie kan immers vragen om aanpassingen van bestaande routines en
    werkwijzen en vraagt daarmee om veerkracht. 

Uit het kwalitatieve onderzoek blijkt dat de volgende zelfregulatievaardigheden een belangrijke rol spelen om verschillende vormen van druk het hoofd te bieden.: 

  • proactive coping (het visualiseren en voorbereiden op mogelijke situaties) 
  • attentional focus strategies (strategieën om ook onder druk focus te kunnen houden) 
  • planningscoping (het vooruit werken, bijvoorbeeld door al instrumenten te halen die
    mogelijk nodig zijn) 
Lees meer over dit project
Opleiden leren professionaliseren
16 / 16

Bloedstollend veilig: Safety-II-onderwijs gericht op antistolling in de master geneeskunde

Doel

Het doel van dit project was studenten leren werken met het Safety-II-gedachtegoed en inzicht krijgen in succesfactoren rondom antistollingszorg.

Resultaat

Het project implementeert Safety-II en FRAM-onderwijs in het mastercurriculum van geneeskundestudenten om toekomstige artsen bewust te maken van het belang van protocollen én de waarde van variabiliteit en creativiteit in de praktijk. Studenten leren flexibel om te gaan met afwijkingen van protocollen en ontwikkelen een kritische blik die zich richt op zowel positieve als negatieve aspecten van hun werk. Deze benadering bevordert patiëntveiligheid en procesverbetering door een gebalanceerde focus op wat goed gaat en wat beter kan. 

Lees meer over dit project

Safety-II en veiligheidsergonomie

In het programma Tijd voor Verbinding is pijler 3 gericht op Safety-II en veiligheidsergonomie. Uitgangspunt bij Safety-II is dat patiëntveiligheid wordt vergroot door te focussen op aanpassingsvermogen en veerkracht van zorgprofessionals. Bij Safety-II wordt veiligheid vanuit een positieve benadering onderzocht. Dat wat goed gaat in het dagelijkse werk, wordt zichtbaar gemaakt, verbeterd en verspreid. Doel van het programma Safety-II en veiligheidsergonomie van ZonMw is om te onderzoeken of de principes van Safety-II ook werken in de praktijk van de ziekenhuiszorg in Nederland en of ze een bijdrage leveren aan veiligere zorg voor patiënten. In een reeks van 3 interviews en een verslag van de slotbijeenkomst over Safety-II op 17 oktober 2024 leest u meer over de opbrengsten van het programma. Dit is het eerste interview. 

Colofon

Tekst: Astrid van den Berg
Eindredactie: ZonMw