Q&A: NWA-call SGOG

Ja, voor het indienen van een initiatief moet het initiatievenformulier worden ingevuld. Het formulier is beschikbaar via de webpagina van de Call for Proposals..

Nee, de initiatieven moeten in het Nederlands. Ook tijdens de collaboratieve workshops zal de voertaal Nederlands zijn.

Na het indienen van een initiatief wordt u automatisch aangemeld voor de collaboratieve workshops. Er vindt geen selectie plaats. 

Iedereen kan een initiatief indienen. Initiatieven vormen onder andere het vertrekpunt bij de collaboratieve workshops om tot een consortium en uiteindelijk tot een aanvraag/aanvragen te komen.

Ja, ook zij kunnen een initiatief indienen.

Nee, vanuit consortia kunnen geen initiatieven worden ingediend. De beoogde hoofdaanvrager van het consortium kan wel een initiatief indienen. In het initiatievenformulier is er ruimte om aan te geven welke organisaties betrokken zijn bij het initiatief. En er is ruimte om aan te geven welke expertise er nog gewenst of nodig is.

De collaboratieve workshops zijn bedoeld om samenwerkingen en de breedte van een aanvraag te onderzoeken. Door te verkennen welke partijen aanwezig zijn met vergelijkbare ideeën of hoe verschillende initiatieven een plek kunnen krijgen in een aanvraag. 

Nee, de collaboratieve workshops zijn fysiek. Een online setting is voor het doel van de workshops en het vormen van consortia minder passend. De e-learning module van NWO over kennisbenutting geeft een inkijkje in wat er zal worden behandeld tijdens de workshops.

Nee, dat klopt niet. Ook vanuit de andere rollen van een consortium is deelname aan de collaboratieve workshops mogelijk. Ook geïnteresseerden, die geen onderdeel willen zijn van een consortium, maar wel willen bijdragen aan de workshops zijn welkom. 

Volgens de formele voorwaarden voor indiening is het wel verplicht dat er een vertegenwoordiger van het bijbehorende initiatief aanwezig is geweest bij beide collaboratieve workshops.

De volgende drie domeinen zijn voor aanvragen in deze Call relevant en dienen alle drie een plek te krijgen: persoonlijk, instanties en organisaties, en publiek. Daarnaast is het uitgangspunt van de Call dat online en offline geen gescheiden werelden (meer) zijn, maar juist in elkaar overlopen. Het programma beoogt daarom bestaande kennis te bundelen en nieuwe kennis te ontwikkelen over wat effectief bijdraagt aan het zo veel mogelijk voorkomen van (online en offline) seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld.  

We zien dat er op verschillende (deel)gebieden veel gebeurt en ontstaat. Dit programma zet zich in op het verbinden van deze kennis door onderzoekers en maatschappelijke partijen uit de deelgebieden samen te brengen. 

De collaboratieve workshops zijn bedoeld om samenwerkingen te verkennen en de breedte van een aanvraag te onderzoeken. De ingediende initiatieven zijn daarin leidend. Voorafgaand aan de collaboratieve workshops worden de initiatieven online gepubliceerd, zodat deelnemers weten welke partijen aanwezig zijn en met welke inbreng. De initiatieven worden na de deadline van 23 september gedeeld via onze website.  

Nee, de projectaanvragen moeten in het Engels.

Ja, dat is onder bepaalde voorwaarden mogelijk. Een hoofdaanvrager mag één aanvraag indienen als hoofdaanvrager. Daarnaast mag de hoofdaanvrager aan maximaal één ander consortium deelnemen als medeaanvrager. Medeaanvragers, die niet bij een ander consortium hoofdaanvrager is, mogen in maximaal twee consortia als medeaanvrager deelnemen. Daarnaast zijn personen met een nuluren arbeidsovereenkomst uitgesloten van indiening als medeaanvrager.

Naar verwachting wordt er één aanvraag gehonoreerd. Belangrijk is om de collaboratieve workshops te benutten om brede samenwerking in een consortium te onderzoeken. 

Voor personeel van organisaties die als samenwerkingspartner deelnemen aan een consortium kan geen subsidie voor salaris- of onderzoekskosten als medeaanvrager worden aangevraagd. Wel is het mogelijk om kosten te vergoeden door deze organisaties als derden in te huren via de modules ‘materiele kosten’, ‘kennisbenutting’ of ‘projectmanagement’. Organisaties die als samenwerkingspartner deelnemen kunnen dus niet via de de-minimisverordening als mede aanvrager deelnemen.

Dat zijn de wettelijke kaders van de de-minimisverordening. Het beschikbare subsidiegeld gaat om publiek geld dat onder de voorwaarden van de de-minimisverordening naar maatschappelijke organisaties kan gaan.

In de Call for Proposals zijn budgetmodules uitgewerkt die voor dergelijke inzet kunnen worden benut, zoals de budgetmodules ‘vervanging’ en ‘projectmanagement’. Met de budgetmodules is het mogelijk om senior onderzoekers in te zetten. Ook voor het begeleiden van PhD’s en postdocs.