Richtlijn V&V over zorgmijding samen met sociaal werkers en huisartsen ontwikkeld

Verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden komen in hun werk in aanraking met mensen die de professionele zorg mijden. Hierin is de samenwerking met sociaal werkers en huisartsen essentieel. Al deze professionals ontwikkelden dan ook samen de richtlijn ‘Zorgmijding in de eerste lijn’.

Zorgmijding

Zorgmijders zijn mensen die afzien van zorg, terwijl ze die wel nodig hebben. Het is een brede groep: mensen met een migratieachtergrond die de wegen in de zorg niet kennen, (dementerende) ouderen, verstandelijk beperkten, thuis- en daklozen, maar ook jongeren die eerder een slechte ervaring hadden met zorgprofessionals. Schaamte speelt soms ook een rol. Mensen hebben vaak meerdere problemen, zowel op lichamelijk en psychisch vlak als op sociaal vlak. Het is een complexe situatie waar zorgprofessionals mee te maken krijgen.

Waarom is de richtlijn nodig?

‘Deze richtlijn was echt nodig, want deze zorgprofessionals bleken het lastig te vinden om zorgmijding te herkennen en ze misten concrete handvatten om ermee om te gaan. Bovendien hadden ze moeite met het vormgeven van de samenwerking met andere betrokken partijen, zoals sociaal werkers, huisartsen, woningbouwcorporaties en jeugdzorg. Al deze partijen kunnen te maken krijgen met zorgmijders.'

Nicole van Erp, projectleider en senior wetenschappelijk medewerker bij het Trimbos-instituut ontwikkelde samen met een werkgroep en hun achterban de richtlijn ‘Zorgmijding in de eerste lijn’.

Soms zijn er zaken die je niet in een richtlijn kwijt kunt, maar die wél belangrijk zijn. Daar kun je aanvullende producten voor ontwikkelen, zoals bij deze richtlijn de handreiking voor samenwerking met andere professionals en samenvattingen. Zorg van tevoren dat daar budget voor is vrijgemaakt.

De ontwikkeling van de richtlijn

Een werkgroep met daarin verpleegkundigen, verzorgenden, verpleegkundig specialisten, cliëntvertegenwoordigers, maar ook sociaal werkers en een huisarts heeft de belangrijkste knelpunten geïnventariseerd. De uitgangsvragen die daaruit voortkwamen, hebben ze beantwoord met hulp van wetenschappelijk onderzoek, grijze literatuur (materiaal en onderzoek geproduceerd door organisaties buiten de traditionele commerciële of academische publicatie- en distributiekanalen) en focusgroepen bestaande uit zorgprofessionals en cliënten. Verschillende teams hebben de aanbevelingen die hieruit voortvloeiden getest in de praktijk. Tegelijkertijd heeft de achterban van de werkgroep in een commentaarronde feedback gegeven.

Iets wat bij deze richtlijn anders is dan bij richtlijnen voor andere professionals, is dat er niet veel wetenschappelijk onderzoek is gedaan naar deze problematiek en de gevolgen voor het werk van verpleegkundigen en verzorgenden, vertelt Nicole. ‘Dat is bij beroepsgroepen als psychiaters of huisartsen heel anders. Aan de ene kant is dit een nadeel, maar het zorgt er ook voor dat je meer kunt afgaan op praktijkervaringen van deskundigen. Daardoor sluit het meer aan op de praktijk.

Beter aansluiten bij client betekent meer vertrouwen

Nicole vervolgt: ‘Met deze richtlijn, de samenvattingskaart voor professionals en cliënten en een handreiking voor samenwerking met andere professionals, worden patiënten hopelijk overtuigd om zorg te accepteren. Dat gebeurt dan op een manier die beter aansluit bij hun vragen en problemen. We hebben tips voor verschillende doelgroepen gemaakt; denk aan laaggeletterden, verstandelijk beperkten, mensen met dementie, jongeren etc. Met deze tips kunnen zorgprofessionals beter aansluiten bij wat bij een cliënt past. Op die manier kan een vertrouwensband ontstaan, waardoor de drempel om zorg te accepteren lager wordt.’

Uitdaging: samenwerken met vele professionals

Dat de groep zorgmijders zo breed is, was een flinke uitdaging, vertelt Nicole. ‘Hierdoor zijn er ook veel professionals bij de cliënt betrokken, terwijl de richtlijn alleen voor verpleegkundigen en verzorgenden is bedoeld. Achteraf gezien was het logischer geweest om er een multidisciplinaire richtlijn van te maken, omdat er veel overlap in taken is. Het was dus een bewuste keuze om ook sociaal werkers en een huisarts bij de ontwikkeling van de richtlijn te betrekken om zo ook hun perspectief erin te kunnen meenemen. Op die manier konden we verpleegkundigen en verzorgenden handvatten geven om de samenwerking met deze partijen te bevorderen.’

Wat je zou willen is dat er een multidisciplinaire wijkaanpak komt, waarbij zorgverleners de zorg voor een cliënt niet op elkaar afschuiven.

Ook liepen we er tegenaan dat de samenwerking tussen de verschillende partijen in elke regio weer net even anders is georganiseerd. Een blauwdruk konden we dus niet maken, maar wel het advies geven om binnen je eigen context te kijken welke partijen er zijn om mee samen te werken. Denk aan: jeugdzorg, ouderenzorg, dak- en thuislozenopvang, instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking.

Wat je zou willen is dat er een multidisciplinaire wijkaanpak komt, waarbij zorgverleners de zorg voor een cliënt niet op elkaar afschuiven omdat een bepaald onderdeel van het complexe probleem niet binnen hun takenpakket valt. Samen moet je kijken naar: wie pakt dit op? Hoe stemmen we met elkaar af?’

Invoering in de praktijk

De richtlijn, de samenvattingskaarten en de handreiking staan ondertussen allemaal online. Door nieuwsberichten, presentaties op bijeenkomsten, bijscholing en webinars raken verpleegkundigen en verzorgenden bekend met de nieuwe werkwijze. V&VN is op dit moment bezig met het implementeren van richtlijnen in het onderwijs. ‘Heel goed’, vindt Nicole. ‘Zo pak je het bij de basis aan.’ Wat volgens Nicole ook belangrijk is, is dat alle betrokken professionals uit de verschillende sectoren de tijd en ruimte, en dus geld, krijgen om in zorgmijders te investeren. ‘Je hebt een lange adem nodig. Iemands vertrouwen winnen is een hele investering en daarna komt de zorg pas op gang. Financiële blokkades moeten dus verdwijnen om deze aanpak succesvol te maken.’

Ontwikkeling kwaliteitsinstrumenten

Kwaliteitsinstrumenten ondersteunen zorgprofessionals en de patiënt en diens naasten om de juiste zorgoptie te kiezen. Daarom ondersteunen we de ontwikkeling, implementatie, evaluatie en (tijdige) aanpassing van kwaliteitsinstrumenten voor verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden. Daarnaast stimuleren we het leren en verbeteren in de praktijk aan de hand van kwaliteitsinstrumenten. Daarmee willen we bijdragen aan nog betere patiëntenzorg en patiënten welzijn en aan het terugdringen van ongewenste praktijkvariatie. Kijk voor meer informatie op onze themapagina Kwaliteitsinstrumenten.

Colofon

Tekst KimTikt
Eindredactie: ZonMw