Zinvol samenwerken bij levensvragen

Hoe kunnen we optimaal samenwerken om geestelijke verzorging beschikbaar te maken voor thuiswonende ouderen, mensen in de palliatieve fase en hun naasten?

Die vraag proberen eerstelijns zorg- en welzijnsprofessionals in Noordwest Veluwe en Delft te beantwoorden. Samen met de Centra voor Levensvragen in deze regio’s en actieonderzoekers van Hogeschool Viaa. 

Levensvragen 'tevoorschijn luisteren'

Gesprekken over levensvragen als ‘Welke doelen heb ik nog?’ of ‘Waarom treft deze tegenslag mij?’, kunnen veel betekenen voor mensen die niet lang meer te leven hebben. Maar ook voor ouderen die nog thuis wonen.

'Professionals in zorg en welzijn zijn daar inmiddels van doordrongen', zegt Willemien Schep. Ze is netwerkcoördinator palliatieve zorg in Noordwest Veluwe en projectleider Geestelijke Verzorging Thuis. 'Je moet levensvragen ook tevoorschijn weten te luisteren. Door de juiste vragen te stellen, op het juiste moment. En door de diepste zielenroerselen van mensen aan te kunnen horen. Sociaal werkers, huisartsen, fysiotherapeuten en wijkverpleeg-kundigen weten niet altijd hoe ze dat aan moeten pakken.'

Afbeelding
Willemien Schep
Je moet levensvragen ook tevoorschijn weten te luisteren.
Willemien Schep

Inbedding geestelijke verzorging

Sinds 2019 kunnen 50-plussers en mensen in de palliatieve fase hulp thuis krijgen bij zingevingsvragen. Dankzij een landelijke subsidieregeling. ‘De grote valkuil is dat zorg- en welzijnsprofessionals deze regeling opvatten als: ik verwijs mensen in crisissituaties door naar een geestelijk verzorger’, zegt Aliza Damsma van Hogeschool Viaa. Damsma: 'Het wel of niet slagen van deze regeling gaat niet alleen over doorverwijzen. Het vraagt vooral om goede samenwerking tussen geestelijk verzorgers en zorg- en welzijnsprofessionals in de eerste lijn.'

Damsma is actieonderzoeker van het project ‘Zinvol samenwerken in de thuissituatie’. Dat is een door ZonMw gesubsidieerd actieonderzoek over de inbedding van geestelijke verzorging in de praktijk van zorg- en welzijnsmedewerkers in Noordwest Veluwe en Delft, dat halverwege 2020 startte.

Goede samenwerking nodig

'Goede samenwerking tussen geestelijk verzorgers en zorg- en welzijnsprofessionals in de eerste lijn, zoals huisartsen, ergotherapeuten, fysiotherapeuten, psychologen en sociaal werkers is belangrijk', zegt Damsma. Want geestelijke verzorging valt deels ook onder hun eigen beroep. Wat kun je bieden vanuit je eigen expertise? En wanneer kun je beter doorverwijzen naar een geestelijk verzorger? Wat doe je daarna, met vragen die overblijven? ‘Professionals in zorg en welzijn hebben daar nog weinig ervaring mee’, zegt Damsma. ‘Daarom is het belangrijk om te leren van elkaar en samen te ontdekken wat wel en niet werkt.’

Gemeenschappelijke taal

Met werksessies, focus- en scholingsbijeenkomsten proberen eerstelijns zorg-en welzijnsprofessionals samen met geestelijk verzorgers uit hoe ze ondersteuning kunnen geven bij levensvragen. Schep: 'Dat betekent bijvoorbeeld dat we een taal moeten ontwikkelen die aansluit bij mensen die hier wonen. Veel burgers op de Veluwe steigeren als je begint over spiritualiteit of existentiële levensvragen. Vaak kun je beter vragen: Vindt u het fijn als iemand eens met u komt praten over wat u bezighoudt?'

Persoonlijk contact

Praktische gesprekshandleidingen helpen om levensvragen op het spoor te komen, hebben de deelnemers aan het actieonderzoek ervaren. ‘Persoonlijk contact tussen professionals blijkt een belangrijke sleutel voor goede samenwerking en onderlinge afstemming. De wijkverpleegkundige, de ergotherapeut en de huisarts willen niet alleen weten wat de taak is van een geestelijk verzorger’, zegt Damsma. ‘Maar ook: wie is die geestelijk verzorger eigenlijk? Naar wie verwijs ik mijn patiënt door als hij of zij op zoek is naar nieuwe doelen in het leven? Of me net heeft toevertrouwd dat hij het leven niet meer ziet zitten?’

Afbeelding
Persoonlijk contact tussen professionals blijkt een belangrijke sleutel voor goede samenwerking en onderlinge afstemming.
Aliza Damsma

Gedeelde visie

Ook het samen bespreken van concrete casussen van cliënten blijkt een krachtig hulpmiddel voor betere samenwerking te zijn. ‘Dat helpt om een gemeenschappelijke visie te ontwikkelen’, zegt Damsma. Bij een mevrouw, van wie de partner recent was overleden en die daarna corona had opgelopen, was de eerste neiging om een goede fysiotherapeut in te zetten. Of haar te helpen om activiteiten te ondernemen, waardoor ze zich minder eenzaam zou voelen. ‘De geestelijk verzorger die deelnam aan het overleg, stelde andere vragen’, vertelt Damsma. ‘Wat betekent dit allemaal voor deze mevrouw? Hebben we dat helder? Hoe kunnen we daar achter komen?’

Casusbespreking helpt breder te kijken

Tijdens de casusbesprekingen gaan zorg- en hulpverleners vaak ook nadenken over hun andere cliënten, merkt Schep. Misschien worstelen die ook met levensvragen? ‘Concrete casusbesprekingen leren iedereen om breder te kijken: er is soms meer aan de hand dan een medische of sociale kwestie.’

Terugkoppeling

Gaandeweg het actieonderzoek ontdekten de deelnemers het belang van goede terugkoppeling. Damsma: ‘Huisartsen vonden het vreemd dat ze niets meer terug hoorden nadat ze een patiënt hadden doorverwezen naar een geestelijk verzorger. Door goede afspraken te maken over de terugkoppeling, zorg je voor meer vertrouwen.’

Geestelijk verzorgers maakten op hun beurt kennis met de sociale kaart in hun regio. Zodat ze cliënten, indien nodig, kunnen attenderen op hulp bij hun dagbesteding of bij het leggen van sociale contacten. Schep: ‘Het gaat erom dat we ons als professionals samen inspannen om mensen te helpen om een zinvol leven te leiden.’

Intakegesprekken

In de laatste fase van het project, vanaf januari 2022, wil Schep graag concrete afspraken maken over de intakegesprekken van zorgprofessionals en sociaal werkers. ‘Hoe zorgen we dat zingevingsvragen standaard aan bod komen?’ Ook gaan de actieonderzoekers mensen interviewen die al gesprekken hebben gehad over levensvragen. Schep: ‘We willen weten hoe ze de ondersteuning hebben ervaren.’ Want zij zijn de echte doelgroep van dit onderzoek: het moet hen iets opleveren.’

Richtlijnen

Het project moet leiden tot implementatierichtlijnen, waarin alles wat de netwerken in Noordwest Veluwe en Delft hebben geleerd, wordt samengevat. ‘Denk aan een concreet plan met stappen die professionals kunnen zetten om geestelijke verzorging succesvol in te bedden in hun dagelijkse praktijk’, zegt Damsma. In die richtlijnen komen ook aspecten van samenwerken aan de orde, die zorg- en welzijnsprofessionals uit zichzelf niet snel bedenken. Bijvoorbeeld: hoe zorg je dat je langere tijd aan dit samenwerkingsverband kan blijven deelnemen? Wie gaat straks je uren betalen? Damsma: ‘Dan heb je het over managementvraagstukken. Die zijn ook belangrijk om de samenwerking op lange termijn te borgen.’

Passende steun

Betere samenwerking tussen geestelijk verzorgers en zorg- en welzijnsprofessionals, maakt uiteindelijk het verschil voor de cliënt, daar zijn Damsma en Schep van overtuigd. Schep: ‘Daardoor worden hun levensvragen niet alleen eerder herkend. Ze krijgen ook de mogelijkheid om die te bespreken op een manier die bij hen past.’

Colofon

Redactie: Ditty Eimers
Eindredactie: ZonMw