Persoonsgerichte zorg met een leefomgeving op maat voor mensen met dementie

Interview met Debby Gerritsen en Hanneke Noordam (voormalig) van het UKON/Radboudumc.
In verpleeghuizen bestaan al enige tijd leefmilieus, waarbij de omgeving in het verpleeghuis wordt afgestemd op de behoeftes van bewoners. Er is nog weinig bekend over hoe effectief die leefmilieus zijn. Onderzoekers Debby Gerritsen en Hanneke Noordam van het RadboudUMC hebben dit onderzocht.

Hoe mensen met dementie hun leefomgeving ervaren, maakt veel uit voor hun kwaliteit van leven, ook in een verpleeghuis. Uit onderzoek blijkt dat zowel de sociale als de fysieke omgeving van invloed zijn op het functioneren van mensen met dementie. Sommige bewoners met dementie zoeken graag contact en willen juist uitgedaagd worden. Anderen trekken zich liever terug, alleen of in een kleine groep, en houden van rust en geborgenheid. Aan deze verschillende behoeftes wordt voldaan met zogenoemde SocioTherapeutische Leefmilieus (STL’s). Een passende leefomgeving vormt dan het kader van de zorg en behandeling voor mensen met dementie. Door aandacht te hebben voor een fijne sfeer en prettige inrichting en een geschikt activiteitenaanbod, kan dit de kwaliteit van leven verhogen. Ook de omgang van de medewerkers met de bewoners speelt een rol.

Gerritsen en Noordam onderzochten deze leefmilieus samen met medewerkers van verpleeghuizen Archipel en Zorggroep Almere.

Welke leefomgevingen zijn er dan zoal?

‘We hebben de 4 bij Archipel bestaande STL’s als vertrekpunt genomen. Zo is er een sfeergroep, dat zijn mensen die zich thuis voelen in een kleine, veilige omgeving. De mensen in de bakengroep zijn meer op zichzelf, houden van rust, een prikkelarme omgeving en de mogelijkheid om zich terug te trekken op hun eigen kamer. In de sociale groep (sociogroep) zitten mensen die veel contacten en activiteiten willen en een grote tafel hebben om met z’n allen aan te eten. Tenslotte is er een balansgroep met mensen die een goede balans willen tussen rust en activiteiten, en zelf willen kiezen of ze aan een activiteit deelnemen. Deze groepen leven in verschillende ruimtes in het verpleeghuis met elk een andere, bij hun eigen behoeften passende inrichting. In STL’s worden normaliter ook medewerkers op basis van hun competenties gematcht aan de leefomgeving van de bewoners. Zo heeft elke woongroep medewerkers die zich in de betreffende groep het meest thuis voelden.’

Afbeelding
Zo heeft elke woongroep medewerkers die zich in de betreffende groep het meest thuis voelden.
Hanneke Noordam
Senior onderzoeker, Vilans

Wie is Hanneke Noordam?

Hanneke Noordam is senior onderzoeker bij Vilans en was eerder werkzaam bij het UKON/Radboudumc voor de uitvoering van het actie-onderzoek naar SocioTherapeutische Leefmilieus. Hanneke is opgeleid als psycholoog en is sterk geïnteresseerd in de interactie tussen mens en omgeving. Bij Vilans werkt ze vanuit de vakgroep innovatie aan diverse projecten in de langdurige zorg, waar het ontwerpen van een persoonsgerichte en duurzame zorgomgeving centraal staat

Hoe zijn jullie tot dit onderzoek gekomen?

‘De Archipel Zorggroep is bij het UKON aangesloten en werkt al jaren met STL’s. De zorginstelling is zeer te spreken over STL’s, maar zocht naar een wetenschappelijke onderbouwing. Die konden wij bieden. Daarom hebben we samen een onderzoeksaanvraag geschreven en het onderzoek uitgevoerd. Met literatuuronderzoek hebben we onderzocht wat bekend is over leefomgevingen voor mensen met dementie in verpleeghuizen. Tegelijkertijd bekeken we ook hoe de leefomgeving in STL’s voor de huidige bewoners eruitziet, van in totaal 2 verpleeghuizen. Bijvoorbeeld: hoe is de sfeer, het licht, de inrichting en welke type activiteiten biedt de STL aan? Vervolgens hebben we, op basis van de praktijkresultaten, de literatuur en ervaringen van zorgmedewerkers en mantelzorgers in beide verpleeghuizen bepaald wat we kunnen verbeteren aan de leefmilieus.’

Wie waren er betrokken bij het onderzoek?

‘Er is contact gezocht met mantelzorgers en betrokken zorgverleners van mensen met dementie. We observeerden bewoners in hun eigen omgeving. Verder hebben we in focusgroepen met medewerkers en mantelzorgers besproken hoe ze de STL’s ervaren, wat de kenmerkende eigenschappen zijn en welke verbeteringen naar hun idee nodig waren.’

Welke belemmeringen worden ervaren met de al bestaande STL’s?

‘De groepsindelingen en plaatsingen brengen logistieke uitdagingen met zich mee. Soms is er plek op een type STL, terwijl de behoeften van de nieuwe bewoner beter passen op een andere STL. Een ander, algemeen moeilijk punt in verpleeghuizen is dat bewoners elkaar niet uitkiezen. Dit lossen STL’s niet op. Ook dan is het zo dat mensen wel kunnen passen op basis van hun behoeften, maar dat dit niet betekent dat ze elkaar aardig vinden.’

Wat vonden het verpleeghuispersoneel en mantelzorgers van deze leefmilieus?

‘Zowel de mantelzorgers als het personeel waren heel betrokken tijdens het project. Mantelzorgers waren tevreden over de mate waarin de fysieke omgeving aansloot bij bestaande behoeften van hun naasten. Mantelzorgers wilden wel graag meer afweten van het proces vanaf aanmelding tot plaatsing in een leefmilieu. De informatievoorziening over STL’s had beter gekund, want mantelzorgers waren niet altijd op de hoogte.Verder zagen we dat het activiteitenaanbod en de fysieke omgeving niet altijd goed waren afgestemd op de typen STL’s. Tenslotte gaf het personeel aan dat goede handvatten voor implementatie en borging van leefmilieus nodig zijn, zoals het leefmilieu-overleg en regelmatige afstemming met betrokken behandelaars.’

Afbeelding
Mantelzorgers waren tevreden over de mate waarin de fysieke omgeving aansloot bij bestaande behoeften van hun naasten
Debby Gerritsen
Psycholoog en Hoogleraar, UKON/Radboudumc

Wie is Debby Gerritsen?

Debby Gerritsen is psycholoog en als hoogleraar welbevinden in de langdurige zorg verbonden aan het UKON/Radboudumc. Zij doet onderzoek naar verbetering van de geestelijke gezondheid van kwetsbare ouderen met en zonder dementie, thuis en in zorginstellingen. Gerritsen richt zich niet alleen op het vermeerderen en verspreiden van kennis onder wetenschappers, maar ook onder zorgprofessionals. Zo maakt ze kennis toegankelijker voor de zorgpraktijk, om zo de persoonsgerichte zorg te verbeteren.

Met welke concrete tools kan zorgpersoneel aan de slag?

‘Er is een e-learning ontwikkeld voor mensen die aan de slag willen gaan met de fysieke omgeving in verpleeghuizen. Deze kan ook voor mantelzorgers duidelijkheid bieden over het belang van een goede leefomgeving. Er is ook een stappenplan dat aangeeft hoe je de leefmilieus opzet en waar je rekening mee moet houden. Dat staat in het functieprogramma van Archipel. In de factsheet staan overzichtelijk alle resultaten over het project bij elkaar. Op de website van het Universitair Kennisnetwerk Ouderenzorg Nijmegen (UKON), een samenwerking van RadboudUMC met 19 zorgorganisaties, kun je alles vinden. Archipel gaat op basis van uitkomsten van het onderzoek bepalen of er een nieuwe versie van het functieprogramma STL's zal worden ontwikkeld.’ 

Colofon

Tekst: Ilse Bos
Beeld: Shutterstock
Eindredactie: ZonMw