Oog en oor voor psychisch ontregelde patiënten in de acute zorg

Als verpleegkundige of arts op de ambulance of spoedeisende hulp ben je erop getraind om levens te redden. Maar bij mensen die psychisch ontregeld zijn, is meer nodig dan dat. Hoe stem je acute zorg af op hun context en behoeften? Een 2-jarig studie leidde tot een toolbox: ConnectEM.

Symptomen en gedrag beter herkennen en duiden

Wietske Blom-Ham, lector Acute Zorg op de Hogeschool Utrecht, startte 2 jaar geleden met de PONTAC-studie: Psychisch ONTregeld in de ACute zorg. Zelf werkte Wietske 15 jaar als verpleegkundige op de spoedeisende hulp (SEH). Zij weet uit ervaring dat professionals in de acute zorg voornamelijk focussen op de somatische klacht van de patiënt. 'SEH-verpleegkundigen weten heel goed wat ze moeten doen als iemand levensbedreigend gewond is geraakt. Ook als iemand daarnaast psychisch ontregeld is, blijft die focus toch op de behandeling en stabilisering van verwondingen. Terwijl bij zo’n patiënt meer nodig is dan dat.’

Onder psychisch ontregeling wordt verstaan: onevenredige gevoelens van angst, verwarring, woede of verdriet, soms met bijbehorend gedrag. Met de PONTAC-studie onderzocht Wietske samen met haar onderzoeksteam op welke manier de zorg voor psychisch ontregelde patiënten die somatische spoedzorg nodig hebben, verbeterd kan worden. Op basis van die inzichten ontwikkelde het team de toolbox ‘ConnectEM’ waarin zowel de perspectieven van patiënten, naasten en zorgprofessionals als de specifieke kenmerken van de acute zorg zijn meegenomen.

Afbeelding
Als we mensen die psychisch ontregeld zijn niet de juiste zorg geven, kan dat onbedoeld tot schade leiden.
Wietske Blom-Ham
Lector Acute Zorg op de Hogeschool Utrecht

Wietske Blom-Ham

Wietske Blom-Ham werkte van 2001-2020 als verpleegkundige in UMC Utrecht, waarvan 15 jaar als SEH-verpleegkundige. Ze is sinds 2017 hoofddocent Acute Zorg bij Verpleegkundige Studies van Hogeschool Utrecht. In 2020 werd ze onderzoeker bij het lectoraat Proactieve Zorg voor Thuiswonende Ouderen en in mei 2023 werd ze aangesteld als lector Acute Zorg. Via ZonMw ontving zij op 1 januari 2022 een 4-jarige persoonsgebonden subsidie voor het project Preventie van onbedoelde schade door spoedzorg bij patiënten met complexe multimorbiditeit. De PONTAC-studie kon zij uitvoeren met een SIA Raak-publiek subsidie (van 1 december 2021 tot 31 december 2023).

Psychische ontregeling in alle gradaties

Zowel SEH-verpleegkundige Amber van Eijkelenborg als ervaringsdeskundige Suzanne Koen kunnen daarover meepraten. ‘Ik zie psychische ontregeling in alle gradaties’, vertelt Amber. ‘Van boze en verwarde mensen tot mensen die zich melden bij de SEH omdat ze zich in de polsen hebben gesneden. Onlangs bracht de politie een jonge vrouw binnen die van grote hoogte gevallen was. Ze was heel onrustig. In de traumakamer stonden we met 10 mensen voor haar klaar. In heel korte tijd willen we zien hoe het met de patiënt gaat, de kleding moet uit, er wordt gevraagd of ze haar mond open kan doen, of ze in een hand kan knijpen, of ze weet waar ze is. De vrouw kwam overeind, sprong van het bed af, het werd een worstelpartij. Ze rende zelfs rondjes over de afdeling. Ze was zo angstig en gedesoriënteerd. We trainen daar niet op als team en dat zou wel moeten.’

Van de patiëntkant

Suzanne kan het verhaal van de patiëntkant vertellen. Zij heeft meerdere keren meegemaakt dat zij ernstig verward en suïcidaal werd binnengebracht op een SEH. ‘Telkens als ik me bewust werd van de witte jassen om me heen, wist ik: het is weer zover. En dan wilde ik weg. Soms werd ik gefixeerd, omdat ik te onrustig was voor de artsen om het protocol te doorlopen. De frustratie meekrijgen van het team van zorgprofessionals die de beste zorg probeert te leveren werkt als olie op het vuur. Je merkt dat het voor de professionals ook heel lastig is, dat ze geen grip hebben op de situatie.’

Afbeelding
De frustratie meekrijgen van het team van zorgprofessionals die de beste zorg probeert te leveren werkt als olie op het vuur.
Suzanne Koen
Ervaringsdeskundige

Suzanne Koen

Suzanne Koen deed de 2-jarige opleiding Ervaringsdeskundigheid in Zorg en Welzijn aan de Hogeschool Arnhem-Nijmegen. Tijdens haar studie nam zij deel aan de focusgroepen die in het kader van de PONTAC-studie werden opgezet.

Contact maken

Contact maken en gezien worden kan een groot verschil maken. ‘Op de momenten dat er iemand bij me ging zitten en op ooghoogte rustig met me praatte, ging bij mij de spanning naar beneden. De keren dat dat niet gebeurde, bleef ik heel angstig. Als er iemand is die mij door de situatie coacht en ook mijn ouders opvangt, dan helpt mij dat.’

Schuldgevoel, schaamte en boosheid

Suzanne Koen heeft donkere perioden meegemaakt. ‘Ik was vaak somber en sloot me dan steeds meer af. Alleen voetbal kon me motiveren om naar buiten te gaan. Toen er een teamweekend aankwam, twijfelde ik of ik mee zou gaan. Ik besloot te gaan en bouwde voor mezelf veiligheden in: niet drinken en als ik het lastig heb een teamgenoot in de arm nemen. Toen ik op dat weekend geen alcolholvrij bier kon vinden, nam ik een Radler. Ik dacht dat het moest kunnen. Daarna nam ik een biertje. Ik werd overmoedig en dronk meer. Ik voelde me zo goed en zo verbonden, dat gevoel wilde ik nooit meer kwijt. Toen kwam het kantelpunt, want de avond liep af en ik werd emotioneel. Ik voelde dat ik te ver was gegaan en moest een teamgenoot om hulp vragen. Het was een sneeuwbaleffect: ik had zoveel schuldgevoel, schaamte en boosheid naar mezelf. Het werd heel groot, zo groot dat ik suïcidaal werd. Ik wilde mezelf uitschakelen en stompte mezelf in mijn gezicht. Mijn teamgenoten waren in paniek en belden de crisisdienst. Toen ik de sirene van de ambulance hoorde, besefte ik dat het circus weer op gang kwam. De behoefte om mezelf uit te schakelen werd nog groter, ik heb me op mijn hoofd laten vallen. In de ambulance en in het ziekenhuis kreeg ik flarden mee van wat er aan de hand was. Ik wilde weg, voelde me als een gekooid dier dat wilde ontsnappen.’

Perspectief van patiënten en zorgprofessionals

Het zijn dergelijke ervaringen van patiënten zoals Suzanne die een schat aan informatie opleverden in de PONTAC-studie. ‘We hebben de eerste anderhalf jaar wetenschappelijk onderzoek gedaan’, aldus Wietske. ‘Zo hebben we patiënten, verpleegkundigen, artsen en medisch hulpverleners geïnterviewd. Verder zijn er participatieve observaties gedaan in de acute zorg. Vandaaruit zijn betekenisvolle momenten geïnventariseerd in de reis die patiënten maken als ze naar een SEH worden gebracht. We hebben gekeken waar in die reis de knelpunten zitten en toen een interventie ontworpen, waarin het perspectief van zowel patiënten als van zorgprofessionals is meegenomen. En dat is ConnectEM.’

ConnectEM bevat onder meer een triage-instrument waarmee zorgprofessionals kunnen inschatten wat de aard en de ernst van de psychische ontregeling is. Amber: ‘Wezenlijk daarbij is dat we dat met de patiënt doen. Samen bespreken we: waar zit je en wat helpt jou? Door de tool zie je een psychisch ontregelde patiënt zoals je een patiënt met COPD of diabetes ziet: een bijkomende aandoening waar we rekening mee moeten houden. De tool geeft handvatten om symptomen en gedrag te ‘meten’ zoals je een bloeddruk meet.’

Afbeelding
Door de tool zie je een psychisch ontregelde patiënt zoals je een patiënt met COPD of diabetes ziet: een bijkomende aandoening waar we rekening mee moeten houden.
Amber van Eijkelenborg
SEH-verpleegkundige

Amber van Eijkelenborg

Amber van Eijkelenborg werkt al 20 jaar in de zorg, waarvan de laatste 6 jaar als SEH-verpleegkundige bij UMC Utrecht. Voordat zij SEH-verpleegkundige werd, werkte ze op de Acute Opnameafdeling in het VUmc en de trauma-afdeling van (destijds) het AMC. Daarvoor nog was zij werkzaam in de acute psychiatrie in UMC Utrecht.

Breed draagvlak

Doordat de toolbox met uiteenlopende disciplines gemaakt is – artsen, ambulancepersoneel, SEH-verpleegkundigen, psychiatrisch verpleegkundigen, patiënten – heeft het instrument een breed draagvlak. ‘We hebben een regionaal consortium gevormd’, aldus Wietske. ‘We zien elkaar minimaal 2x per jaar en maken een nieuwsbrief waarin we elkaar op de hoogte stellen. Regelmatig delen van ideeën is belangrijk. Daarom hebben we in november ook een symposium gehouden. Nu willen we zorgen dat de kennis doorwerkt in de opleidingen. Somatiek en psychiatrie zijn te veel van elkaar gescheiden geweest, ook in de manier van opleiden. Mbo, hbo en universiteiten hebben dan ook een belangrijke plek in ons consortium. En verder verspreiden we de kennis in de praktijk via het Netwerk Acute Zorg Midden-Nederland.’

De inhoud van ConnectEM

De ConnectEM bestaat uit 3 samenhangende interventies en een verdiepingsspel:

  • Een film, gericht op vermindering van stigma en op gelijkwaardige bejegening.
  • Een triage-instrument waarmee professionals aard en ernst van de psychische ontregeling kunnen inschatten om op basis daarvan effectieve communicatie in te zetten.
  • Co-regulatietools, gericht op regulatie van de emoties van de patiënt, door bijvoorbeeld de patiënt een stuk te laten lopen, al dan niet met begeleiding, muziek te laten luisteren als afleiding of door een verzwaringsdeken om de patiënt heen te slaan.
  • Een speelbord waarmee een team de methodiek kan oefenen, met fictieve casuïstieken die het team kan uitspelen. Met het spel stelt het team vast welke co-regulatietools in de eigen setting ingezet kunnen worden en hoe die gebruikt worden.

ConnectEM is in de huidige versie een prototype dat verder doorontwikkeld moet worden tot een testbare interventie.

Toepasbaar voor meer patiënten

Suzanne is blij dat ze de aan de ontwikkeling van de toolbox heeft kunnen meewerken. ‘ConnectEM leert zorgprofessionals te achterhalen waar iemand zit: in de vlucht- of vechtmodus of een freeze. Het kan helpend zijn door deze bril naar alle patiënten kijken. Iedereen die op een SEH komt heeft een automatische reactie vanuit het zenuwstelsel.’ Amber onderschrijft dat: ‘ConnectEM helpt niet alleen bij mensen met een psychische kwetsbaarheid, maar ook bij ouderen, mensen met dementie en bij kinderen. Het gaat erom dat je contact legt van mens tot mens en rust brengt in de hectiek.’

Dat is de meerwaarde van het betrekken van verpleegkundigen en patiënten in onderzoek en beleid, vindt Wietske. ‘Juist daarmee ontwikkel je dingen die je echt kunt gebruiken in de praktijk. Daarbij vind ik het belangrijk dat we dingen niet nog complexer maken, maar juist eenvoudiger. Daarom hebben we ook besloten om een triagetool te ontwikkelen. Dit sluit aan bij de manier van werken binnen de acute zorg, waarbij we gewend zijn om gedrag en symptomen te duiden. Het bijzondere is dat we dit met elkaar hebben kunnen bereiken door goed naar elkaar te luisteren. We veranderden van zorgprofessionals en patiënten naar mensen. Dat is denk ik de kracht van dit project.’

Colofon

Tekst: Astrid van den Berg
Beeld: Sietske Raaijmakers
Eindredactie: ZonMw

Talentontwikkeling

Wietske ontvangt de persoonsgebonden subsidie vanuit ons programma Verpleging en Verzorging. Met leertrajecten en persoonsgebonden subsidies ondersteunen we talentvolle verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden in de ontwikkeling van hun persoonlijke leiderschapskwaliteiten. Zodat zij hun zeggenschap kunnen vergroten en zelf invloed kunnen uitoefenen op het beleid en de financiering in de zorg.