‘Om dementie te voorkomen moeten we nu investeren’

Welke preventiemaatregelen voor dementie hebben het meeste effect, en bij wie? Dat wordt onderzocht in het consortium BIRD-NL (Beïnvloedbare Risicofactoren voor preventie van Dementie).

‘Dementie ontstaat niet van de ene op de andere dag’, zegt Frank Wolters, arts-epidemioloog bij het Erasmus MC en projectleider van het consortium BIRD-NL. ‘Meestal is er een lange aanloopfase.’ Uit eerder onderzoek blijkt dat wij met een gezonde leefstijl en een goede gezondheidszorg als maatschappij één derde van de diagnoses dementie kunnen voorkomen óf bij deze groep het ziekteproces kunnen remmen. Zo wordt de aanloopfase uitgesteld waardoor iemand een paar jaar langer in goede mentale gezondheid leeft. ‘Mits je tijdig ingrijpt’, zegt Wolters. ‘Om dementie te voorkomen moeten we nu investeren.’

Focus op individueel én bevolkingsniveau

De vraag is welke maatregelen het meest effectief zijn om dementie te voorkomen, en voor welke bevolkingsgroepen dit geldt. Dat onderzoeken de wetenschappers binnen het consortium BIRD-NL. Zij zoeken naar beïnvloedbare factoren op individueel niveau en op bevolkingsniveau. Een gezonde leefstijl is van belang. Wolters: ‘Maar het valt niet mee om ongezonde gewoontes aan te passen. Juist daarom richten wij ons onderzoek ook op het niveau van bevolking en maatschappij.'

Wat kunnen wij op maatschappelijk- en organisatieniveau veranderen om dementie in de bevolking te voorkomen? Het is een samenspel van factoren.’ De onderzoekers gaan in gesprek met bijvoorbeeld scholen, gezondheidsorganisaties en overheidsinstanties om de verschillende visies te peilen en resultaten uit het onderzoek aan hen terug te koppelen. Wolters: ‘Zo geven onze wetenschappelijke bevindingen ook werkelijk richting aan hun beleid.’

Dementie is bij 1 op de 3 mensen mogelijk te voorkomen als je álle factoren die van invloed zijn perfect zou aanpakken.
Leonie Visser
Senior onderzoeker bij het Amsterdam UMC

Bewustwording vergroten

Bewustwording is een eerste stap naar leefstijlverandering. Leonie Visser is senior onderzoeker bij het Amsterdam UMC. Haar onderzoek binnen BIRD-NL richt zich op bewustwording. ‘De boodschap is complex’, zegt ze: ‘Dementie is bij 1 op de 3 mensen mogelijk te voorkomen als je álle factoren die van invloed zijn perfect zou aanpakken. Hoe gemotiveerd zijn mensen om op basis van die wetenschap hun gewoontes aan te passen? Geen mens kan alle risico’s wegpoetsen.’ Om bewustwording te vergroten luidt haar boodschap daarom niet zozeer dat je alle gevallen van dementie kunt voorkomen, maar dat je met een gezonde leefstijl het ziekteproces in de aanloopfase vertraagt en de kans op dementie verkleint. Daarmee leven we meer jaren in goede hersengezondheid. Die boodschap is gericht aan het individu, en aan de maatschappij als geheel.

Bewustwording bij onderwijs-, gezondheids- en overheidsorganisaties

Een gezonde leefstijl is moeilijker te realiseren voor mensen met een lager besteedbaar inkomen. Leonie Visser: ‘Zij hebben vaker zorgen die op korte termijn prioriteit verdienen. Bijvoorbeeld: hoe betalen we de huur, en is er vanavond überhaupt voldoende eten op tafel? Je kunt de verantwoordelijkheid voor een gezonde leefstijl niet volledig bij personen zelf neerleggen. Ons consortium kijkt breed naar risicofactoren en preventiemaatregelen op bevolkingsniveau. We creëren bewustwording bij onderwijs-, gezondheids- en overheidsorganisaties, zodat zij aanpassingen kunnen doen die individuen helpen bij een gezonde leefstijl. Dat maakt het consortium BIRD-NL zo mooi.’

Invloed van luchtvervuiling, stadsplanning en werkomstandigheden

Dementie is een maatschappelijk probleem: we lopen allemaal risico om dementie te ontwikkelen. ‘We moeten dus als maatschappij bijdragen aan preventie’, benadrukt Leonie Visser. ‘Het individu heeft weinig invloed op factoren als luchtvervuiling, stadsplanning of werkomstandigheden. Terwijl die misschien factoren van belang blijken te zijn.’ De onderzoekers gaan samen met relevante stakeholders ­– zoals onderwijs-, gezondheids- en overheidsorganisaties ­– nadenken over effectieve strategieën om maatschappelijke bewustwording te vergroten. Zij doen ook literatuuronderzoek, en gaan veelbelovende strategieën toetsen. Visser: ‘Hoe zinvol is het om in te zetten op bewustwording bij wijkverpleegkundigen of thuiszorgmedewerkers? Wat is het effect van educatieve video’s of een social-media campagne met ervaringsverhalen? Op grond van wetenschappelijke kennis zetten we stappen die de bewustwording vergroten.’

Modellen berekenen mogelijke effecten van preventiemaatregelen

Veel van de onderzoekers zijn al jaren betrokken bij langlopende cohortstudies, waarin ze grote groepen mensen lange tijd volgen om de gevolgen te monitoren van bijvoorbeeld genetische factoren en leefstijlfactoren. Gegevens uit deze cohortstudies worden in nieuwe studies onder andere gebruikt om met behulp van rekenmodellen het effect van preventieve maatregelen te voorspellen. Frank Wolters: ‘Als we er bijvoorbeeld in slagen om 10% minder mensen te laten roken, wat betekent dat komende jaren op bevolkingsniveau voor dementie? En wat betekent het in combinatie met al die andere beïnvloedbare factoren, zoals gezonde voeding en veel bewegen? Om dat te achterhalen doen we ook proefdieronderzoek. We onderzoeken het effect van verschillende interventies en combinaties daarvan. Zo kunnen we advies uitbrengen over de optimale preventiestrategie.’

Het aantal mensen met dementie groeit

In Nederland leven ongeveer 280.000 mensen met dementie. Door de vergrijzing zal het aantal de komende 20 jaar toenemen tot circa 350.000 mensen, maar met optimale preventie kan dit aantal tot wel 30% lager liggen.

Nederland heeft internationaal een vooraanstaande rol

Van 2/3 van het aantal dementiediagnoses is de oorzaak nog niet bekend. Genetische factoren spelen een rol, maar zijn lang niet altijd per se bepalend voor het ontwikkelen van de ziekte. De onderzoekers zetten daarom eveneens in op studies naar nu nog onbekende factoren. Wolters: ‘Nederland heeft internationaal een vooraanstaande rol als het gaat om dementieonderzoek. Bijvoorbeeld op het gebied van modellering. Deze experts maken deel uit van ons consortium.’ Het onderzoek is belangrijk voor Nederland, maar ook daarbuiten. Wolters: ‘In veel landen is de gezondheidszorg veel minder goed georganiseerd dan bij ons. Daar is bijvoorbeeld minder aandacht voor hart- en vaatziekten. Dat heeft ook gevolgen voor de hersengezondheid. Over de grens is dementie vaak een nog veel groter probleem dan in Nederland. BIRD-NL zal zijn vruchten afwerpen in Nederland, maar zeker ook daarbuiten.’ 

4 pijlers

Het consortium telt 4 pijlers voor onderzoek. Ze spelen zich steeds af op individueel en op bevolkingsniveau.

  • Deel 1 concentreert zich op groei van kennis en bewustzijn van risico’s en risicofactoren. Het doel is om innovatieve educatiemiddelen te ontwikkelen die kosteloos beschikbaar komen.
  • In deel 2 verkennen en identificeren onderzoekers nog onbekende risicofactoren. Ook willen ze meer begrip over combinaties van factoren.
  • Deel 3 gaat over risicofactoren in bevolkingsgroepen (zoals geslacht, migratieachtergrond, sociaal economische status, leeftijd en genetisch risico) en hoe we de kennis kunnen gebruiken om risico’s te voorspellen.
  • Deel 4 verkent met modellen hoe de kennis uit de eerste 3 pijlers het effectiefst omgezet kan worden in de preventiestrategieën en -beleid.

19 partners

Het consortium verenigt verschillende onderzoeksvelden: van epidemiologie en maatschappelijk gezondheidszorg tot psychologie, neurologie, huisartsgeneeskunde, neurowetenschappen en genetica. Daarnaast zijn burgers en beleidsmakers betrokken. De 19 partners komen uit 12 organisaties:

  • Erasmus MC
  • Erasmus Universiteit Rotterdam
  • Amsterdam UMC, locatie AMC
  • Amsterdam UMC, locatie VUmc
  • Rijksuniversiteit Groningen
  • UMC Groningen
  • Universiteit Maastricht
  • Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
  • Huisartsenpraktijk BK-W
  • Pharos
  • Alzheimer Nederland
  • Hersenstichting

Colofon

Tekst: Riëtte Duynstee 
Eindredactie: ZonMw