Mentorwijs geeft handvatten voor ‘nieuwe medewerker’

Leidinggevenden weten op de werkvloer lang niet altijd raad met het gedrag van werknemers met een arbeidsbeperking. Via de training Mentorwijs leren zij beter samen te werken met nieuwe collega’s die meer ondersteuning nodig hebben. Wetenschappers van Amsterdam UMC onderzoeken het effect van deze training op de langere termijn.
1 / 1

Belangrijkste tips voor gemeenten

  • Maak een training voor werkgevers sterk praktijkgericht, zodat het direct toepasbaar is op de werkvloer. Beperk je daarom tot praktische voorbeelden.
  • Geef ruimte aan deelnemers om hun eigen casus in te brengen.

Na hun werkdag schuiven ongeveer vijftien leidinggevenden van verschillende bedrijven aan in de trainingsruimte van Werkkracht, de uitvoeringsorganisatie van de Participatiewet in de gemeente Ede. Hun overeenkomst: ze hebben sinds kort allemaal een of meer werknemers met een arbeidsbeperking rondlopen in hun bedrijf. Daarover hebben ze allerlei vragen. Wat betekent het om samen te werken met een collega die meer ondersteuning nodig heeft?

Daarom volgen ze de training Mentorwijs, die altijd begint met een gezamenlijke maaltijd. Praktisch voor iedereen doordat ze tussen hun werkdag en de training niet tussendoor ergens een hapje hoeven te eten. ‘Maar eigenlijk begint de training al tijdens het eten’, zegt trainer Kai Duijkers van Werkkracht. ‘Tijdens de maaltijd wisselen de deelnemers namelijk al hun ervaringen uit rondom de nieuwe medewerker.’

Interactie

Juist die onderlinge uitwisseling lijkt een van de werkzame ingrediënten te zijn van Mentorwijs. Het is wat onderzoeker Rosanne Schaap van Amsterdam UMC regelmatig terugziet in de vragenlijsten die deelnemers invullen om de effectiviteit na te gaan. Ook blijkt het uit de interviews die ze houden met de trainers. ‘Bij de training is veel ruimte voor interactie en ruimte voor vragen vanuit de praktijk’, zegt ze. ‘We lezen en horen dat juist die uitwisseling enorm wordt gewaardeerd.’

Mentorwijs

Mentorwijs is een door TNO wetenschappelijk onderbouwde training die bedoeld is voor leidinggevenden binnen allerlei organisaties. Leidinggevenden leren om medewerkers met een arbeidsbeperking te begeleiden en daarmee onnodige uitstroom te voorkomen. Amsterdam UMC onderzoekt de effecten van de training op de langere termijn.
De huidige eigenaar van Mentorwijs is Dariuz, dat de training en het train-de-trainer-programma inmiddels landelijk aanbiedt. De ambitie is om elke arbeidsmarktregio te voorzien van een Mentorwijsprogramma.

Kijk voor meer informatie op de projectpagina Duurzamer plaatsen met Mentorwijs? Een effectstudie naar de Mentorwijstraining voor leidinggevenden van kwetsbare werknemers

Sympathie

Mentorwijs is enkele jaren geleden ontwikkeld bij zusterorganisatie Werkzaak Rivierenland in de regio Tiel. TNO deed in het kader van het onderzoeksprogramma Vakkundig aan het werk een onderzoek naar de training, maar die studie was kleinschalig van opzet.

In een nieuwe ronde van Vakkundig aan het werk wordt nu een uitgebreid effectonderzoek gehouden onder de deelnemende bedrijven. Ook bestuderen de onderzoekers het proces van de training met de werkzame elementen.

Uit het eerdere TNO-onderzoek bleek al dat de werkgevers een belangrijke rol spelen bij het toegankelijk maken van de arbeidsmarkt voor werknemers met een beperking. De direct-leidinggevenden voelen sympathie voor deze doelgroep, maar hebben nauwelijks een idee van wat er komt kijken bij de begeleiding. Met als veel voorkomend gevolg dat de werkgever voortijdig afscheid neemt van de werknemer.

Enthousiast

Werkkracht Ede geeft op dit moment zeven trainingen per jaar voor de arbeidsmarktregio Foodvalley. De training bestaat uit vijf bijeenkomsten van drie uur en behandelt onder meer voorbereiding en inwerken, het geven van feedback en leiderschapsstijlen. Het Regionaal Werkbedrijf neemt de externe kosten voor zijn rekening. De insteek voor werkgevers is positief: als bedrijf geef je hiermee vorm aan sociaal ondernemerschap.

Pieter Schortemeijer van Werkkracht Ede haalde als jobcoach de training in 2017 naar deze regio. Zijn enthousiasme over de training is groot. ‘Werkzaak Rivierenland trok samen met ons op om de training in onze regio te geven. Daarna gingen we zelf aan de slag om de training te verrijken met meer dynamische werkvormen, zoals de inzet van een acteur.’

Werkkracht voegde ook kwartaalbijeenkomsten toe om een thema verder uit te diepen. Hiermee leggen ze tegelijkertijd een netwerk aan van werkgevers die vertrouwd zijn om met deze doelgroep te werken. Daarnaast heeft Schortemeijer een train-de-trainerprogramma geschreven, zodat de training op nog meer plaatsen gegeven kan worden.

Statushouders

Werkkracht heeft in eigen beheer een soortgelijke training ontwikkeld over statushouders op de werkvloer. Het doel is om meer begrip te kweken voor het gedrag van statushouders en handvatten te geven aan leidinggevenden hoe daarmee om te gaan.

Geen etiket

Op de eerste bijeenkomst krijgen alle leidinggevenden een boekje uitgereikt met zeven typische gedragingen van werknemers. In de impulsieve medewerker zou je een ADHD’er kunnen herkennen, maar de trainers gebruiken met opzet geen enkel etiket. De collega duiden ze consequent aan als ‘de nieuwe medewerker’.

‘Diagnoses zijn alleen interessant voor behandelaars’, zegt trainer Kai Duijkers. ‘Voor collega’s onder elkaar is het etiket van autisme of borderline niet belangrijk. Wel vertellen we meer over kenmerkend gedrag en hoe je daarmee omgaat.’

De trainers presenteren direct een casus, die de deelnemers meteen uitdaagt om het boekje met alle kenmerken en oplossingen erbij te pakken. Via rollenspelen dagen de trainer en de jobcoach deelnemers uit om te oefenen met medewerkers die extreem teruggetrokken of juist hyperactief zijn. Er is ook een werknemer aanwezig die zelf zijn eigen verhaal vertelt. Dat maakt indruk, zien de trainers.

De training geeft niet alleen praktische tips, maar brengt ook persoonlijke bewustwording op gang bij de deelnemers. Over de eigen stijl van leidinggeven bijvoorbeeld, maar ook over psychische beperkingen. ‘Het komt soms heel dichtbij’, zegt Duijkers. ‘De deelnemers komen er vaak achter dat we eigenlijk allemáál wel wat hebben.’

De deelnemers komen er vaak achter dat we eigenlijk allemáál wel wat hebben

Persoonlijke ontwikkeling

De resultaten van het wetenschappelijke onderzoek zijn eind 2021 beschikbaar, omdat de onderzoekers ook de effecten op de langere termijn bekijken.

Marije Laarhoven, die voor het WerkgeversServicepunt Regio Foodvalley contacten onderhoudt met ondernemers, is blij met de training. Vanuit de reacties van werkgevers is het voor haar al helder dat Mentorwijs succesvol is. ‘De deelnemers vinden de training enorm praktisch ingedeeld, zodat ze het direct kunnen toepassen’, zegt Laarhoven. ‘Omdat het zo herkenbaar is, voeren ze de tips de volgende dag al uit.’

Omdat de deelnemers aangespoord worden tot zelfreflectie brengt de training voor de leidinggevenden nog iets onverwachts mee: persoonlijke ontwikkeling. ‘Van tevoren hebben veel leidinggevenden eigenlijk geen idee wat ze met deze medewerkers aan moeten’, zegt Laarhoven. ‘Ze doen het om te voldoen aan de Banenafspraak of een andere formele reden.’

Achteraf blijkt dat het hen veel meer doet dan ze dachten. Leidinggevenden ontdekken hun eigen drive. Laarhoven: ‘Werk is voor veel mensen betekenisvol, zowel voor de werknemer als de werkgever. De training is een mooi cadeau voor werkgevers én werknemers.’

1 / 1

Vakkundig aan het werk

Om gemeenten beter op weg te kunnen helpen, voert ZonMw op verzoek van het ministerie van SZW en in nauwe samenwerking met Divosa, SAM, VNG, UWV en VWS het kennisprogramma Vakkundig aan het werk uit. Het programma is onderdeel van een bredere beweging in de sector werk en inkomen om meer methodisch en evidence based te werken (gebaseerd op wetenschappelijke inzichten). De vragen en behoeften van gemeenten staan centraal. Wat is een effectieve manier om te bevorderen dat zo veel mogelijk mensen (regulier) betaald werk vinden en houden? En hoe kan het lokale bestuur effectief bijdragen aan het verminderen van armoede en problematische schulden?