‘Er gaat veel goed én er zijn uitdagingen in de verpleging en verzorging’
Veldraadpleging
Johan Lambregts begon 50 jaar geleden als verpleegkundige. ‘Ik heb dat vak altijd heel belangrijk gevonden’, zegt hij nu. 35 jaar geleden startte hij een eigen bureau en sindsdien doet hij veel onderzoek naar beroepsontwikkeling en beroepsidentiteit. ‘Op basis van het Integraal Zorg Akkoord (IZA) heeft het ministerie van VWS aan ZonMw gevraagd om onderzoek te doen met, voor en door verpleegkundigen en verzorgenden’, vertelt Johan Lambregts. Was het vorige onderzoeksprogramma nog gericht op het opbouwen van een onderzoeksinfrastructuur en het ontwikkelen en toepassen van kennis, inmiddels ziet de gezondheidszorg er anders uit, zoals ook verwoord in het IZA. En dat had gevolgen voor de nieuwe veldraadpleging, vertelt Lambregts: ‘Er liggen enorme uitdagingen qua houdbaarheid, duurzaamheid, innovatie en kwaliteit van zorg. En dus lag de nadruk in deze veldraadpleging op de vraag hoe we die uitdagingen het hoofd gaan bieden met behulp van kennis. Het gaat steeds om passende zorg, zorg die het verschil kan maken.’
Cruciale beroepsgroepen
Volgens Denise Temmink (senior programmamanager bij ZonMw) is zo’n veldraadpleging ‘een heel goed middel’ om breed in het land ideeën op te halen: ‘Als ZonMw kunnen we van alles bedenken, maar we willen dat er vanaf stap 1 draagvlak is voor ideeën die we gaan uitwerken. Er komen hele goede ideeën uit het veld, er zijn 80 interviews gehouden. Die ideeën horen we graag.’
Voordat hij ingaat op de uitkomsten van zijn veldraadpleging wil Johan Lambregts graag iets dringends kwijt over de 3 beroepsgroepen die hij onderzocht: ‘We praten altijd over “zorgprofessionals” en daarmee wordt het soms tot een brij van beroepen gemaakt. In deze veldraadpleging en het programma van ZonMw gaat het echter om 3 beroepen: verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten. Zij zijn cruciaal om de gezondheidszorg draaiende te houden, zoals de coronapandemie bewees.’ Temmink: ‘Bij deze 3 beroepsgroepen gaat het in totaal om ongeveer 400.000 mensen in loondienst plus de zzp’ers.’
Zij vormen het motorblok waar de gezondheidszorg op draait.
Sectoroverstijgend
Tijd om een aantal aanbevelingen in de veldraadpleging (zie kader) onder de loep te nemen. Eén ervan is om te investeren in sectorbreed integraal onderzoek. ‘Daarmee bedoel ik onderzoek dat de sectoren ggz, wijkverpleging, verpleeghuiszorg, gehandicaptenzorg en ziekenhuiszorg combineert’, zegt Johan Lambregts. ‘Stel dat je wilt weten wat verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden kunnen doen om patiënten beter te laten slapen, doe dan ook onderzoek in de gehandicaptenzorg en de ggz.’ Volgens Lambregts denken verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden graag dat ze uniek zijn. ‘Dat zijn ze ook, maar tussen verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden in verschillende sectoren zijn vooral veel overeenkomsten. Mensen werken soms 20 jaar op een IC, kunnen ze die dijk aan ervaring niet ook inzetten in de wijk? Met sectorbreed integraal onderzoek kan onderzoeksbudget meer impact krijgen, maar kunnen we misschien ook bevorderen dat verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden meer doorstromen van de ene sector naar de andere.’
De 15 aanbevelingen in de veldraadpleging
- Start met het in kaart brengen van de hiaten en witte vlekken op het gebied van verplegingswetenschappelijk onderzoek.
- Investeer in onderzoek naar de juiste beeldvorming van verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten.
- Doe onderzoek waar zo veel mogelijk verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten profijt van hebben, ook wijkverpleging, verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg (vvt), geestelijke gezondheidszorg (ggz) en gehandicaptenzorg (ghz).
- Investeer in onderzoek dat de sectoren ggz, wijkverpleging, verpleeghuizen, gehandicaptenzorg en ziekenhuizen combineert (sectorbreed integraal onderzoek).
- Investeer in onderzoek naar hoe kennis van de ene sector of context naar de andere context effectief en efficiënt getransfereerd kan worden.
- Kijk bij passende zorg nadrukkelijk naar kwetsbare groepen, mensen met een lage sociaal-economische status (SES), laaggeletterden en groepen die een tekort krijgen aan (somatische) zorg.
- Investeer in onderzoek naar ontwikkeling en effectiviteit van technologie waarbij verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten vanaf de start zeggenschap hebben.
- Haal goede voorbeelden op over passende zorg in combinatie met zelfmanagement van patiënten en behoud van personeel.
- Doe onderzoek naar hoe de beroepsidentiteit van verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten kan worden versterkt.
- Zorg dat de kennis over de beroepsgroep kwantitatief en kwalitatief beter toegankelijk wordt.
- Onderzoek de geschiedenis van de 3 beroepsgroepen en identificeer daaruit relevante lessen voor het heden en de toekomst.
- Investeer in onderzoek naar de CanMEDS-rollen van verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten.
- Bouw voort op de bestaande kennisinfrastructuur en investeer in datgene wat is bereikt.
- Stimuleer combi-functies onderzoek en praktijk.
- Experimenteer! Geef practoraten en zorgorganisaties de ruimte om met practice based en actieonderzoek passende zorg in te vullen.
Rapport
Transfereren van kennis
Een van de uitkomsten die Denise Temmink opviel, is dat er al heel veel kennis is. ‘Hoe kunnen we nu zorgen dat die kennis zich als een olievlek verspreidt? Johan noemt dat in de veldverkenning het transfereren van kennis.’ Lambregts: ‘Wat ik daarmee bedoel, is dat je niet alle kennis die er is zomaar in een andere context kunt neerzetten. Daar is wat voor nodig. We moeten die kennis veel meer met elkaar delen. Bijvoorbeeld via regio’s of via het nieuwe Kennisinstituut V&VN. Investeer dus in onderzoek naar hoe kennis effectief en efficiënt getransfereerd kan worden van de ene sector of context naar de andere.’
Denise Temmink ziet hierin ook een opdracht voor ZonMw. ‘Het merendeel van het onderzoek dat wij tot nu toe hebben gefinancierd, was gericht op de ziekenhuiszorg. Maar heel veel van die kennis is ook toepasbaar op andere sectoren. Daarnaast willen we dat andere sectoren zich net zo goed ontwikkelen als het ziekenhuis. De zorg moet tenslotte integraal.’ Johan Lambregts: ‘Bovendien doet de nadruk op ziekenhuiszorg geen recht aan de realiteit anno 2024: patiënten zijn nog maar heel kort in het ziekenhuis en gaan daarna terug naar de wijk of een andere zorgsector.
Behoud
Een enorme uitdaging voor nu en de toekomst is het behoud van zorgprofessionals in de verpleging en verzorging. Johan Lambregts doet op dit punt 2 aanbevelingen:
- Ten eerste is het cruciaal om het overwegend negatieve imago van de beroepen een positieve wending te geven. ‘Dit kan door hen meer zeggenschap te geven over de inhoud van hun beroep en over de organisatie van passende zorg. Het veld constateert dat jonge professionals andere wensen en verwachtingen hebben dan de oudere. Investeer in meer kennis daarover.’
- Tegelijkertijd schiet de kennis te kort over hoe lang mensen ergens werken en hoe groot de uitval is. ‘Die gegevens zijn heel moeilijk te achterhalen’, ontdekte Lambregts. ‘Een van mijn aanbevelingen is dan ook om jaarlijks een kennissynthese te doen: leg alle rapporten bij elkaar en maak ze toegankelijk. Nu is die kennis vaak volkomen ontoegankelijk. Daar ligt een taak voor VWS en wellicht ook voor V&VN als beroepsorganisatie.’
Belangrijker maken
Behoud van de (jonge) professionals is stap 1, hen belangrijker maken is stap 2. Johan Lambregts illustreert het met een voorbeeld uit de praktijk. ‘Als het gaat om technologie, dan wordt vaak voor verpleegkundigen bedacht wat zij zouden moeten doen met technologie. Maar het zou anders moeten beginnen: waar hebben verpleegkundigen zelf behoefte aan? Wil je dus iets met technologie, start dan bij de verpleegkundige, niet bij de technologie.’ Denise Temmink: ‘Als je dit breder trekt, dan betekent het dat professionals binnen zorgorganisaties een andere rol moeten krijgen. We moeten hen optimaal gaan benutten. Daarin zie ik ook voor ons als ZonMw een rol weggelegd. We kunnen dat stimuleren met onze subsidieoproepen.’
CanMEDSrollen
Maar willen we deze beroepsgroepen optimaal gaan benutten, dan vraagt dat ook iets van de verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten zelf, benadrukt Johan Lambregts. Zij moeten meer kunnen dan alleen directe zorgverlening. ‘Het onderzoeksprogramma Verpleging en Verzorging was tot nu toe sterk gericht op de rol van zorgverlener. Mijn advies is om ook naar andere rollen te kijken. We hanteren daarbij de systematiek CanMEDS (Canadian Medical Education Directions for Specialists). Die onderscheidt 7 rollen en competentiegebieden voor verpleegkundigen. De CanMEDS-rol “zorgverlener/bachelor verpleegkundige” is de kern van het beroep, maar die is onlosmakelijk verbonden met rollen zoals leider, communicator, samenwerkingspartner en reflectieve professional.’
Schat aan informatie
De veldraadpleging heeft behalve 15 concrete aanbevelingen ook een schat aan informatie opgeleverd waar anderen iets mee kunnen, zoals de beroepsvereniging V&VN, het ministerie van VWS en zorgverzekeraars. Johan Lambregts ziet 2 belangrijke trends in de sector verpleging en verzorging:
- Aan de ene kant is er werkdruk, zijn er tekorten en is er grote bezorgdheid over de toekomst. ‘Mensen vragen zich af: “Hoe redden we het?” En inderdaad, er is heel veel werk aan de winkel.’
- Aan de andere kant ziet Lambregts ook een sector die barst van de innovatie en vernieuwing: ‘Heel veel mensen zijn heel positief bezig. Neem een organisatie als ZuidOostZorg. Die noemt zich “ouderenzorgorganisatie”, maar ook “kennisorganisatie”. Zij hebben een interessante functiedifferentiatie ingevoerd. Zulke mooie vernieuwingen vinden volop plaats. Alleen: we weten het onvoldoende van elkaar.’
Er is de afgelopen 30 jaar veel veranderd in de verpleegkundige en verzorgende praktijk, meent Lambregts, zoals de introductie van de verpleegkundig specialist.
Je mag zeggen dat er veel is bereikt. Daar mogen de beroepsgroepen zelf best wat meer bij stilstaan. Ook voor het imago is het goed om dat meer te laten zien.
Vervolgprogramma
De ZonMw-programmacommissie is blij met de resultaten van de veldraadpleging en neemt de aanbevelingen mee bij de programmering van het vervolgprogramma. Het vervolgprogramma loopt tot en met 2030 en is in lijn met de afspraken uit het Integraal Zorgakkoord. Naast kennisontwikkeling, kennistoepassing en het verstevigen van een onderzoeksinfrastructuur beoogt het programma bij te dragen aan de wetenschappelijke onderbouwing voor passende zorg, arbeidsbesparende interventies, technologie en behoud van zorgprofessionals. Deze thema's staan dan ook centraal tijdens onze jaarlijkse netwerkbijeenkomst op dinsdag 4 juni 2024 in Amersfoort.
Programmatekst
Colofon
Tekst: Stan Verhaag
Beeld: Studio Oostrum
Eindredactie: ZonMw
ZonMw en verpleging en verzorging
Verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden zijn dé onmisbare schakel in preventie, zorg en ondersteuning. Daarom investeren wij in kennis en samenwerking door en voor deze beroepsgroep, gericht op de verdere versterking van hun professionaliteit. Daarmee werken we aan de kwaliteit van zorg én de aantrekkelijkheid van het beroep. Kijk voor meer informatie op www.zonmw.nl/vv.