De weg naar behoud van zorgprofessionals in de ggz is teambetrokkenheid

Interview met Jasperina Brouwer en Suzanne Verschueren
De verpleging en verzorging in de acute ggz heeft te maken met complexe problematiek. Om met deze problematiek om te gaan, is samenwerking in het team vaak onderwerp van gesprek tijdens intervisies, vertellen Suzanne Verschueren en Jasperina Brouwer. Samenwerking is essentieel voor de kwaliteit van zorg, veiligheid én het behoud van zorgpersoneel.
Jasperina Brouwer
1 / 2

Jasperina Brouwer

Jasperina Brouwer is universitair docent aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze begon haar loopbaan als gespecialiseerd kinder-, neonatologie- en obstetrie/gynaecologie-verpleegkundige. Intussen behaalde ze masters in psychologie, onderwijswetenschappen, research, en gezondheidswetenschappen. Brouwer is gepromoveerd op sociale netwerken binnen learning communities. In 2019 ontving zij een Veni-subsidie van NWO. Daarnaast is zij als medeaanvrager betrokken bij het ZonMw-onderzoeksproject Boeien en Binden: bevorderen van duurzame betrokkenheid van professionals bij mensen met (Z)EVMB en bij het NWA-project ‘Faces of loneliness. How to decrease loneliness in the heterogeneous group of informal caregivers of people with chronic or lifelong conditions.’

Suzanne Verschueren
2 / 2

Suzanne Verschueren

Suzanne Verschueren is docent/onderzoeker en studieleider van de post-HBO-opleiding High Intensive Care Psychiatrie bij de Hogeschool Utrecht. Naast haar werk als verpleegkundige volgde ze de masters epidemiologie en verplegingswetenschappen. Voor de implementatie van het Klinisch Signaleringsplan op de HIC ontving zijn een ZonMw-subsidie. Verschueren is momenteel bezig met haar promotieonderzoek bij UMC Utrecht, gericht op behoud van professionals in de ggz.

Steun binnen het team

‘Verbinding maken met de patiënt is de drijfveer én de kracht van verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden in de geestelijke gezondheidszorg’, vertelt Verschueren. ‘Ze willen graag degene zijn die een deurtje opent bij een patiënt, zodat deze in beweging komt. Dat geldt overigens niet alleen voor deze zorgprofessionals. Door het tekort aan personeel zie je dat andere beroepsgroepen ook in de HIC-zorg stappen, zoals ervaringsdeskundigen, sociaal werkers en zorgbegeleiders. Een heel diverse groep van professionals werkt samen op HIC-afdelingen voor mensen met vaak complexe psychiatrische problematiek. Behalve dat zij competenties moeten hebben in het omgaan met deze problematiek, is het voor professionals op een HIC ook noodzakelijk om zich goed tot elkaar te verhouden, ook al zijn ze op andere manieren opgeleid en hebben ze soms verschillende perspectieven op zorg. Om de dagelijkse zorg veilig te kunnen uitvoeren, is steun binnen zo’n team onmisbaar.’

Afbeelding
Een heel diverse groep van professionals werkt samen op HIC-afdelingen voor mensen met vaak complexe psychiatrische problematiek. Steun binnen zo’n team is onmisbaar.
Suzanne Verschueren

Steun binnen het team is inderdaad één van de belangrijkste aspecten die uit het onderzoek van Jasperina Brouwer naar voren kwam. In 2020 startte zij het door NWO gesubsidieerde Veni-onderzoeksproject naar factoren die van belang zijn voor het behoud van verpleegkundigen in de zorg. ‘Toen ik nog als verpleegkundige werkte, waren er al situaties in de zorg waarom mensen weggingen. Vergelijkbare situaties bestaan nu nog. Daarbij komt dat nu een nieuwe generatie in de zorg werkt die andere behoeften heeft. We moeten heel goed kijken naar deze behoeften om ook de nieuwe generatie voor de zorg te werven en te behouden.’

Behoeften van zorgprofessionals

Uit het onderzoek van Brouwer kwamen 3 belangrijke behoeften naar voren voor het behoud van zorgprofessionals in de zorg, in lijn met een bekende theorie over zelfdeterminatie van Richard Ryan en Edward Deci

  • professionele ontwikkeling 
  • zeggenschap in en over je werk 
  • verbondenheid met de patiënt of cliënt, collega’s en de teamleider/manager 

‘Een deel van de zorgprofessionals heeft behoefte aan combinatiebanen, zodat zij hun competenties kunnen uitbouwen. Roostertechnisch zou het mogelijk gemaakt moeten worden dat zij hun werk in de zorg kunnen combineren met bijvoorbeeld onderzoek of onderwijs. Ze hebben behoefte aan gepersonaliseerde opleidingstrajecten. Verder is autonomie erg belangrijk. Vaak ervaren verpleegkundigen wel autonomie in het werk zelf en hoe ze hun dag indelen, maar niet als het gaat om beleidsverandering of reorganisatie. Zorgprofessionals gaven tijdens de interviews aan dat ze graag tijdig mee willen denken. Een belangrijke stap in het behoud van zorgpersoneel is dan ook het betrekken van zorgprofessionals bij veranderingen in de organisatie, zoals al steeds meer gebeurt. Verder kan een gedeelde visie motiverend werken.’

Toch steekt een andere factor boven alles uit en dat is de relatie met collega’s en patiënten, zo vond Brouwer in haar onderzoek. ‘Of het nu gaat om een IC of de thuiszorg, de meeste zorgprofessionals vinden het belangrijk om elkaar persoonlijk te kennen. Als er iets privé speelt, is het fijn als je dat in het team kunt delen. Maar de allerbelangrijkste motivatie voor zorgprofessionals is de persoonlijke ervaring met de patiënt. Het is dan ook van groot belang dat er tijd en ruimte is om betekenisvolle relaties op te kunnen bouwen met patiënten en hun naasten. Ook wanneer de zorg vernieuwd moet worden, moeten we dit in gedachten te houden. Het contact met de patiënt is de core business van zorgprofessionals. Voor de toekomst moeten we daarbij stil staan, ook voor behoud van de zorgprofessional.’

Afbeelding
Jasperina Brouwer
Het contact met de patiënt is de core business van zorgprofessionals. Voor de toekomst moeten we daarbij stil staan, ook voor behoud van de zorgprofessional.
Jasperina Brouwer

Belang van subsidies

De relevantie van de onderzoeken onder verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden is duidelijk. ‘Daarom is het zo belangrijk dat NWO en ZonMw hier aandacht aan besteden en onderzoek financieren’, aldus Brouwer. ‘Suzanne heeft nog geen subsidie voor haar onderzoek. Terwijl: het is bijna niet te doen om in je vrije tijd te promoveren. Subsidies zijn superbelangrijk, ook kleinere bedragen. Het geeft mensen zoals Suzanne kans om te promoveren en levert relevante inzichten op voor de praktijk.’ 

Verschueren wil hoe dan ook door met haar onderzoek. ‘Verpleegkundigen vestigen niet gauw de aandacht op zichzelf. Onderzoek draagt bij aan de zichtbaarheid van de groep en hun behoeften. En dat is: van elkaar op de hoogte zijn, met elkaar praten om geen dingen te missen. Daarom wil ik kijken hoe de sociale netwerken in de ggz zich bewegen, zodat we de veiligheid, het werkplezier en de kwaliteit van zorg kunnen bevorderen.’

Interprofessioneel opleiden

Verder doen Brouwer en Verschueren een beroep op NWO en ZonMw om te zorgen dat de resultaten van hun onderzoeken verspreid worden. ‘De weg naar behoud van personeel in de ggz is teambetrokkenheid’, zegt Verschueren. ‘Verpleegkundigen moeten daarvoor leren hoe om te gaan met conflictgedrag en te reflecteren op zichzelf. Daarbij denk ik dat het veel toevoegt als psychiaters, verpleegkundigen en andere zorgprofessionals samen in de vervolgopleidingen zitten. Interprofessioneel opleiden, daar geloof ik in. Betrokkenheid naar elkaar toe is essentieel voor de toekomst van de zorg.’

ZonMw en de Veni-subsidie, V&V en ggz

Veni - Een groep jonge mensen die de camera inkijken
1 / 3

Veni-subsidie

De Veni-subsidie biedt pas gepromoveerde onderzoekers de mogelijkheid om met een persoonsgebonden financiering gedurende 3 jaar hun ideeën verder te ontwikkelen. Onderzoekers die maximaal 3 jaar geleden zijn gepromoveerd, met of zonder vast dienstverband en uit binnen‐ of buitenland, kunnen een Veni-subsidie aanvragen. Aanvragers van een Veni- subsidie zijn aan het begin van hun wetenschappelijke carrière en hebben laten zien talent te hebben voor wetenschappelijk onderzoek.

NWO-Talentprogramma

Veni is een financieringsinstrument uit het Talentprogramma (voorheen Vernieuwingsimpuls) van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Het doel van het NWO-Talentprogramma (Veni, Vidi en Vici) is creatieve ruimte scheppen voor avontuurlijke, talentvolle, baanbrekende onderzoekers, waarin zij onderzoek naar hun keuze kunnen doen, een eigen onderzoekslijn kunnen ontwikkelen en hun talent verder kunnen ontplooien. Met een persoonsgebonden subsidie kunnen de onderzoekers een eigen vernieuwende onderzoekslijn ontwikkelen die een structurele inbedding kan krijgen binnen een onderzoeksinstelling. ZonMw voert het NWO-Talentprogramma in opdracht van NWO uit voor het domein van Zorgonderzoek en Medische Wetenschappen

Grafische weergave van een verpleegkundige, verzorgende en cliënt/patiënt/bewoner
2 / 3

ZonMw en verpleging en verzorging

Verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden zijn dé onmisbare schakel in preventie, zorg en ondersteuning. Daarom investeren wij in kennis en samenwerking door en voor deze beroepsgroep, gericht op de verdere versterking van hun professionaliteit. Daarmee werken we aan de kwaliteit van zorg én de aantrekkelijkheid van het beroep. Lees hoe wij dat doen op www.zonmw.nl/vv

Aandacht voor implementatie en impact is een vast onderdeel van het aanvragen van subsidie bij ZonMw. Om het gebruik van kennis in praktijk, beleid en onderwijs te stimuleren, investeren wij daarnaast in implementatieonderzoek en gerichte implementatieactiviteiten en in het versterken van implementatie-infrastructuren

Mentale gezondheid ZonMw ggz
3 / 3

ZonMw en mentale gezondheid

Van de juiste behandeling in de geestelijke gezondheidszorg tot beter samenwerken in de wijk rondom mensen met onbegrepen gedrag: wij maken veel soorten onderzoek naar mentale gezondheid mogelijk. Lees wat actueel is op gebieden als onbegrepen gedrag, psychische klachten, suïcidepreventie en bestaanszekerheid op onze webpagina Mentale gezondheid.

Colofon

Tekst: Astrid van den Berg 
Beeld: portretfoto Suzanne Verschueren: Thomas Duiker (Dyve Media), portretfoto Jasperina Brouwer: Reyer Boxem
Eindredactie: ZonMw