De maatschappelijke waarde van topsport
Drie visies op de waarde(n) van topsport
Topsport heeft veel impact op tal van plekken in de samenleving. Hoe kunnen we die impact verder vergroten? Het antwoord op deze vraag is te vinden in wetenschappelijk onderzoek én kennis uit de praktijk. En die komen vandaag bij elkaar, aldus Jarno Hilhorst, senior programmamanager bij het cluster Sport en Bewegen van ZonMw. ‘Het is cruciaal dat onderzoekers zorgen voor kennis waar beleid en praktijk wat aan hebben. Bruikbare kennis kun je alleen samen ontwikkelen.’
Presteren, inspireren en verrijken
De bijeenkomst opent met een opzwepend filmpje van de mooiste sportprestaties van afgelopen zomer. Het filmpje onderstreept de boodschap van André Cats (NOC*NSF): onze medaillewinnaars inspireren Nederland met de kracht van topsport. ‘Topsport is eigenlijk vrij simpel: je moet proberen de beste van de wereld worden. En als klein land lukt ons dat al jaren heel goed in verschillende sporten. Als het op presteren aankomt, ligt onze lat hoog: op sportgebied willen we tot de 10 beste landen ter wereld behoren.’ De focus op prestaties is belangrijk. Maar als het gaat om de maatschappelijke waarde van topsport, moet je het daar niet bij laten, aldus Cats. Daarom kent de topsportstrategie van NOC*NSF naast presteren nog twee andere kernbegrippen: inspireren en verrijken. ‘Topsporters doen al jong veel ervaring, kennis en competenties op. Die kunnen zij ook inzetten voor de samenleving, bijvoorbeeld in maatschappelijke organisaties of het bedrijfsleven. Dat is het verrijken. Wat inspireren betekent, hebben we afgelopen zomer allemaal kunnen ervaren. Inspireren gaat hand in hand met presteren; je verhaal is uiteindelijk immers veel sterker als er een medaille om je nek hangt.’
Basketballer Worthy de Jong, die Nederland in de laatste seconde Olympisch goud bezorgde, is clinics gaan geven in de Bijlmer. Zo inspireert én verrijkt hij de samenleving.
Strategisch kader topsport
Topsport vertegenwoordigt een grote maatschappelijke waarde. Het heeft bijvoorbeeld een positieve invloed op economie, innovatie, gezondheid, sociale cohesie en nationale trots. In het Strategisch kader topsport, een van de afspraken in het Hoofdlijnen Sportakkoord II ‘Sport versterkt’, werken NOC*NSF, de Vereniging Sport en Gemeenten en het ministerie van VWS uit hoe we de maatschappelijke waarde van topsport in de komende jaren verder kunnen vergroten. We moeten niet alleen oog hebben voor de medailles, hoe relevant die ook zijn. Naast prestaties, gaat het om het verantwoord organiseren van topsport (‘het fundament op orde’). En om het inzetten van topsport als platform voor bijvoorbeeld vitaliteit, inclusie en duurzaamheid. De partners van het Sportakkoord leggen het strategisch kader helder uit in een filmpje.
De meervoudige waarde van topsport
Lisanne Balk (Mulier Instituut) schetst de resultaten uit de eerste rapportage van de Monitor Topsport in Nederland (TiN). ‘Tot voor kort was topsportonderzoek versnipperd. Dat is veranderd met de TiN, die de ontwikkelingen jaarlijks volgt op een hele reeks indicatoren.’ Balk noemt een paar bevindingen. De Nederlandse bevolking is over het algemeen positief over topsport, met name over de aspecten trots en de commerciële waarde van topsport. Ook goed scoort de platformfunctie van topsport. Zo zetten gemeenten steeds vaker topsporters in voor maatschappelijke doeleinden. ‘Belangrijk is dat dé maatschappelijke waarde niet bestaat. We onderscheiden 6 waarden. Naast de financiële waarde is er bijvoorbeeld de ontplooiingswaarde voor topsporters, ofwel hun ontwikkeling op sportief, maatschappelijk en persoonlijk gebied. Een andere is de inspiratiewaarde: inspireert topsport de maatschappij tot bepaald gedrag? Het is cruciaal om op alle waarden indicatoren te hebben. En je steeds te realiseren dat een waarde ook negatief kan zijn. Tegenover verbinding staat bijvoorbeeld rivaliteit en agressie. Ook die aspecten moet je meewegen in het topsportbeleid.’
Weeg de waarden van topsport per doelgroep. Een topsportevent is misschien goed voor de stad als geheel, maar een lokale ondernemer kan er intussen veel last van hebben.
Een brede weging van maatschappelijke waarden
6 heel uiteenlopende waarden van topsport; een mooi genuanceerd perspectief, maar hoe meet je zoiets nu? Niek Mouter (TU Delft) promoveerde ooit op het praktische gebruik van de maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA). Met dat instrument vergelijk je waarden onderling door ze uit te drukken in geld. Dat klinkt objectief, maar er zijn valkuilen. Met een indringend voorbeeld laat Mouter zien dat een MKBA een kille uitkomst kan hebben. Namelijk als bij een verkeersmaatregel de economische waarde door tijdswinst nét wat groter is dan de monetaire waarde van een mensenleven dat met de maatregel verloren gaat. Die ene extra verkeerdode neemt de MKBA dan voor lief. Terwijl mensen – vanuit moreel oogpunt – toch eerder voor de duurdere verkeersoplossing gaan, als die dat leven spaart. Een alternatief dat waarden breder weegt, is de participatieve waarde-evaluatie, aldus Mouter. ‘Daarin zet je mensen op de stoel van een wethouder of minister en laat ze kiezen vanuit publieke waarden. Zo kun je mogelijk beter de maatschappelijke waarde van topsport vaststellen dan met een klassieke MKBA.’
Het toepassen van een MKBA in de praktijk kent voordelen maar ook beperkingen. Dit is een belangrijk argument om geen absolute waarde aan de MKBA-uitkomst toe te kennen.
Reimagine Sports: de verbeelding centraal
Sportwetenschapper Jan-Willem van der Roest, lector Sport Management & Sport Business bij de Hogeschool van Amsterdam (HvA) presenteert een poëtisch filmpje van het fieldlab Reimagine Sports, gefinancierd door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Dit praktijklab onderzocht de vraag hoe we sport op een fundamenteel andere manier kunnen organiseren. Het woord ‘reimagine’ is daarbij letterlijk genomen: hoe kan sport er ook uitzien als je je verbeelding laat spreken? In het filmpje verbindt een hardloper sporten met ecosystemen. ‘Alles stroomt, alles vloeit. Wat is mijn beweegnatuur? Hoe is mijn lichaam ingebed in de aarde?’
Uitwisselen over de maatschappelijke waarde van topsport
Kennis uit onderzoek en praktijk met elkaar delen, trends en ontwikkelingen verkennen en zoeken naar verbinding tussen mensen en organisaties die kunnen bijdragen aan de maatschappelijke waarde van topsport. In 10 workshops was daar tijdens het kennisevent veel tijd en ruimte voor. Een impressie van 2 van de sessies geeft een beeld.
Sessie 4: Kansen van topsport voor sociale activering
Workshopleider Antoine de Brouwer (VSG) trapt af met een duidelijke stelling: topsportevenementen vormen een prachtig podium voor gemeenten, maatschappelijke organisaties en bedrijven. Ze bieden kansen voor het sneller bereiken van doelen in domeinen buiten de sport. Dit is ook de boodschap van de Nationale Topsportevementen Strategie, met als belangrijke steunpilaar het Coördinatie- en Informatiepunt Topsportevenementen (CIT). Als mooi voorbeeld van maatschappelijke impact noemt De Brouwer het EK Petanque in Den Bosch van 2022, waaraan het eenzaamheidsproject Boules in je Buurt werd gekoppeld.
Paul Hover (Mulier Instituut) zet twee foto’s naast elkaar: de huldiging van de Olympische en Paralympische ploeg en een eigen foto van wielrenner Steven Kruijswijk, omringd door kinderen in zijn geboorteplaats Nuenen. ‘Topsport gaat over beleving, maar met mooie foto’s van een huldiging overtuig je niet per se iedereen buiten de sportsector. Het is zaak de maatschappelijke waarde met onderzoek aan te tonen. Dat gebeurt bijvoorbeeld met de Monitor Topsport in Nederland (TiN) en het onderzoeksprogramma MOVES. Critici van topsportevenementen zeggen soms: profits are privatized, costs are socialized. Als je kunt aantonen wat bijvoorbeeld een scholenproject bij een topsportevenement oplevert, laat je zien dat de samenleving wel degelijk óók wint.’
Een praktisch instrument voor het benutten van de maatschappelijke waarde van topsport is het WISE-model. Michiel van Rijn van Alkemade (More2Win) vertelt over de ‘praktijktuinen’ waarin WISE wordt ingezet. Dat gebeurt onder meer in de aanloop naar het WK Handbal, dat Rotterdam in 2025 organiseert. ‘De beleidsafdeling Sport stapt nu al naar de andere domeinen binnen de gemeente en vraagt: welke programma’s van jullie kunnen we via dit evenement in het zonnetje zetten? Dat levert bijvoorbeeld een link op met ‘Ruimte voor meiden op Zuid’, een project waarin meiden meedenken over een veilige inrichting van de openbare ruimte. Hun inbreng leidt tot een heel ander ontwerp van sportveldjes en hangplekken in de buurt. Als een topsportevenement zo een hefboom is voor meer maatschappelijke waarde, wordt het vanzelf veel relevanter.’
Sessie 9. Topsporters als rolmodel?
Onder leiding van Sofie Smismans (Vrije Universiteit Brussel) komt in deze workshop de waarde van de topsporter als rolmodel aan de orde. Haar Brusselse collega Lynn Praet schetst wat rolmodellen kenmerkt en welke verwachtingen het publiek van hen heeft. Naast een gezonde leefstijl is dat vooral ‘voorbeeldig gedrag tijdens én buiten de wedstrijden’. Omdat niet alle topsporters vanzelf weten hoe ze deze rol kunnen oppakken, kunnen zij in Noord-Nederland een heuse opleiding volgen en lid worden van het Maatschappelijk Dreamteam. Siepie de Groot (Topsport Noord) en Aukje van Loon (More2Win) vertellen erover. Topsporters leren hun eigen visie ontwikkelen op wat zij kunnen bijdragen. En dit om te zetten in een inspirerend persoonlijk verhaal waarmee ze de boer op kunnen.
Een prikkelende bijdrage komt van Sebastiaan de Cocq (Hogeschool Arnhem en Nijmegen). Investeringen in topsport worden mede gerechtvaardigd via de impact op maatschappelijke vraagstukken, stelt hij. Daarom verwacht de maatschappij ook een concrete bijdrage van topsporters. Bijvoorbeeld door via hun platformen mensen tot verandering te inspireren, en waarden als respect, diversiteit en inclusie te bevorderen. Dat klinkt nog abstract, maar De Cocq illustreert de mogelijke return on investment met een eenvoudige rekensom. ‘Als een topsporter een 20-jarige weet te inspireren om structureel meer te bewegen, dan bespaart dat op diens 80e zo’n 60.000 euro aan zorgkosten. Als onze topsporters elk jaar ruim 1.000 mensen gezonder laten leven, is de jaarlijkse overheidsbijdrage van 65 miljoen euro aan topsport dus al terugverdiend.’
In de zaal zitten ook Tinka Offereins en Hermijntje Drenth, twee van de vier gouden roeivrouwen van Parijs 2024. Roeiers zijn nogal nuchtere mensen, zegt Offereins. ‘Na zo’n gouden medaille willen mensen ineens van alles van je. Eerst dachten we: wie zit er nu op ons verhaal te wachten? Maar inmiddels zien we dat we best wat te vertellen hebben. Over samenwerking en focus, en over rekening houden met alles wat er kan gebeuren. Ondernemers vinden zoiets heel interessant.’ Drenth: ‘Wij hebben geleerd om onder druk te presteren. En hoe je bij alles wat moet óók ontspanning kunt vinden. Naar inzichten hierover is bij bedrijven en organisaties veel vraag.’ Zou niet elke topsporter verplicht iets maatschappelijks moeten terugdoen? NOC*NSF is terughoudend met verplichtingen, want sporters moeten intrinsiek gemotiveerd zijn ergens op te treden. Drenth: ‘Maar verplicht dan wel elke topsporter om aan te geven wat ie wil of kan doen. Dat prikkelt ze in elk geval om bewust na te denken over hun rol.’
Vóór Parijs stonden we er niet zo bij stil, maar nu hebben we ervaren wat de Olympische Spelen losmaken. Topsport heeft een grote verbindende waarde. We zijn blij dat we aan die verbinding kunnen bijdragen.
In gesprek met de zaal: ‘Ik heb dit meteen in de groepsapp gezet!’
In een interactieve afsluiting haalt dagvoorzitter Tessa Veldhuis reacties op uit de zaal. Het goede Utrechtse voorbeeld van Multi-Sportcampus Traiectum, waarin 5 (top)sportclubs samenwerken aan een ecosysteem voor sport en vitaliteit, heeft veel deelnemers geïnspireerd. ‘Ik heb in onze groepsapp meteen geschreven: zullen we dit bij ons in Dordrecht ook opzetten? Iedere gemeente heeft haar eigen uitdagingen. Maar als je sportverenigingen kunt overtuigen dat ze ook op dit soort samenwerking kunnen inzetten, ontstaat er vanzelf een passende vorm.’
Via het Set-up Programma van volleybalbond Nevobo komt in Amsterdam een samenwerking tot stand tussen de gemeente en vijf verenigingen, vertelt een andere deelnemer: ‘Die samenwerking ontstaat rond de jeugd; dat is toch wat minder bedreigend. Het idee is bijvoorbeeld om spelers en sporthallen met elkaar uit te wisselen. En om samen te werken met buurtinitiatieven in de Bijlmer.’ Nevobo-voorzitter Peter Sprenger vindt het een goed voorbeeld, dat verder kan worden uitgewerkt. ‘Door samenwerken kun je krachten bundelen, en zelfs meer doen dan onderling afstemmen op technisch vlak. Bijvoorbeeld op de commerciële kant, zodat je samen meer economische waarde realiseert.’
Willem de Boer is onderzoeker sporteconomie aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Ook hij ziet veel kansen in samenwerking, met name tussen publieke en private partners. Wel moeten we meer vraaggericht gaan denken, vindt hij. ‘Wat wil de sportconsument, hoe bereiken we die en hoe krijgen we hem of haar betrokken? Dus niet denken: wij hebben het antwoord al wel!’ Sprenger krijgt de handen ten slotte nog op elkaar voor een pleidooi voor structurele financieringsmogelijkheden voor topsportevenementen. ‘De financiële risico’s worden steeds groter en individuele sportbonden kunnen die niet dragen. Als we als Nederland in 2032 echt het sportiefste land willen zijn, is het logisch dat de overheid voor een goede risicodekking zorgt.’
Wil je de diverse presentaties bekijken? Kijk dan hier
Gezamenlijk initiatief
Het ‘Kennisevent Maatschappelijke waarde van topsport’ was een gezamenlijk initiatief van het ZonMw-programma MOOI in Beweging, onderzoeksprogramma MOVES en Reimagine Sports. En is samen met NOC*NSF, Sportinnovator, Multisportcampus Traiectum, Kenniscentrum Sport en Bewegen en de Vereniging Sport en Gemeenten voorbereid. Reimagine Sports is inmiddels afgerond en vanuit MOVES wordt nog tot en met 2027 onderzoek uitgevoerd.
MOOI in Beweging heeft onlangs 2 subsidieoproepen ‘Waarden van topsport’ geopend, gericht op onderzoek en innovatie in 2025-2027. De deadline van indienen is 11 februari 2025.
Tekst: Marc van Bijsterveldt (december 2024)
Beeld: ZonMw