Betere overlevingskansen voor patiënten met perifeer T-cel lymfoom (lymfekanker)

Hoe kunnen we de behandeling van perifeer T-cel lymfoom (PTCL) – een vorm van lymfeklierkanker – verbeteren? En hoe vergroten we de kansen van deze patiënten die momenteel slechts een overlevingskans hebben van rond de 24% na vijf jaar? Hematoloog, farmaceut en internist Joost Vermaat, werkzaam bij het LUMC, gaat dit onderzoeken met één van de 6 Klinische Fellowbeurzen van 2021.

Fijnmaziger therapie op basis van biologische kenmerken

Lymfeklierkanker is een kankervorm die ontstaat in afweercellen, de zogenoemde (B- of T-cel) lymfocyten. Een vorm daarvan is het perifeer T-cel lymfoom (PTCL). PTCL is een vergaarbak van ziektebeelden met grote verschillen in ziektebeloop. De prognose is meestal ongunstig omdat PTCL slecht reageert op chemotherapie. Het onderzoek van Vermaat richt zich op het karakteriseren van de genetische tumoropmaak van PTCL-patiënten. ‘We weten weinig van de moleculaire achtergrond van dit type kanker’, aldus Vermaat. ‘Dit onderzoek, dat Klinische Fellows mogelijk maakt, gaat de moleculaire achtergrond ophelderen, de fouten in het DNA en RNA van deze cellen. Dit gaat er vervolgens voor zorgen dat we nieuwe biologische subgroepen kunnen onderkennen, die gelinkt zijn aan het beloop van de ziekte bij verschillende patiënten.’ En als dit allemaal bekend is, schetst hij, kan betere, fijnmaziger therapie voor verschillende patiëntengroepen worden ontwikkeld.

Wat motiveert Joost Vermaat?

Joost Vermaat voert regelmatig slecht nieuwsgesprekken, ook met jongere mensen die nog midden in het leven staan. Dit motiveert hem sterk om zijn kennis en netwerk te bundelen met maar één doel: een grotere overlevingskans voor deze PCTL-patiënten en een betere behandeling. Want er is geen effectieve (chemo)therapie, de ziekte heeft een heterogeen beeld en verloop en er zijn weinig genetische studies voorhanden. Hij voelt zich verantwoordelijk om hier iets aan te doen. En hij kan het, denkt hij, met zijn wetenschappelijke achtergrond. Hij studeerde geneeskunde en farmacie en deed onderzoek in Cleveland, VS. Hij promoveerde in de medische oncologie. Daarna werd hij opgeleid tot internist en hematoloog. Beurzen maakten het mogelijk zich te verdiepen in proteomica (studie van eiwitten), genomica (studie van genomen, onderdeel van genen van een cel) en complexe statistische analyses.

Samenwerking met de farmacie

Vermaat’s fascinatie voor kanker begon toen hij farmacie studeerde. Tijdens zijn opleiding werd hij door ziektebeelden en rolmodellen in het vakgebied geïnspireerd om internist-hematoloog te worden. ‘Een internist-hematoloog is een denker en een doener. Het is een heel resultaatgericht vak. Je staat als hematoloog met je rug tegen de muur. Wat je doet is vaak goed te meten.’ Als farmaceut kan Vermaat effectief samenwerken met de farmaceutische industrie. Hij begrijpt wat zij zoeken, hij begrijpt hun businessmodel. Meer inzicht in de moleculaire biologie van PTCL moet uiteindelijk leiden – via uitgebreide testen - naar effectieve medicatie. Er liggen honderden medicijnen op de plank bij farmaceuten, zegt Vermaat, die wachten op toepassing. Er zouden zo maar medicijnen bij kunnen zijn, bijvoorbeeld getest bij borstkankerpatiënten, die voor deze patiënten niet zo effectief bleken te zijn, maar het wel kunnen zijn voor (een deel van) deze patiëntengroep met T-cel lymfoom.

Bruggenbouwer

Als voorzitter van de werkgroep T-cel lymfeklierkanker van de stichting HOVON (Hemato-Oncologie voor Volwassenen Nederland), heeft hij toegang tot veel weefselmateriaal van patiënten, waarop hij analyses kan doen. En door de samenwerking met het IKNL (Integraal Kankercentrum Nederland), is er toegang tot gegevens van patiënten, die hij met uitslagen van deze analyses kan combineren. Deze nieuwe combinatie aan data is het vertrekpunt van zijn onderzoek. Ook schrijft hij mee aan een richtlijn voor T-cel lymfeklierkanker, vanuit de ESMO (European Society for Medical Oncology), zodat de uitkomsten van zijn onderzoek meteen een internationale inbedding kunnen krijgen.

portret van Joost Vermaat
1 / 1

Slecht nieuwsgesprekken en hoop voor de toekomst

Op de vraag waarom hij dokter wilde worden, zegt hij dat biologie hem interesseerde en met mensen werken. En het had ook wel iets heroïsch, vond hij, als jonge man. Hij wilde ook wel in een witte jas werken. Hij ziet zichzelf als uitgesproken teamspeler. Hij doet dit onderzoek dan ook niet alleen, zelfs niet alleen met zijn team. Eigenlijk werkt zijn hele netwerk mee. Maar wat houdt hem gaande terwijl hij toch zo regelmatig slecht nieuwsgesprekken moet voeren? ‘Hoop’, zegt Joost Vermaat, ‘En hoop doet leven. Ik hou van het leven en heb een mooi leven. Dat gun ik mijn patiënten ook.’