Duidelijkheid over de contouren van de ME/CVS-onderzoeksagenda
In de voortgangsbrief van 29 mei 2020 wordt het ministerie geïnformeerd over de stand van zaken rond de totstandkoming van de biomedische onderzoeksagenda. Ook worden de uitkomsten van een enquête onder internationale onderzoekers, de hoofdlijnen van de concept-onderzoeksagenda, het benodigde budget en de planning in de brief besproken. De volledige voortgangsbrief (pdf) is naar de Tweede Kamer gestuurd en is te lezen op de website van de Rijksoverheid.
Hoofdlijnen onderzoeksagenda
De stuurgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van patiëntenorganisaties, behandelpraktijk en wetenschap, beveelt op dit moment een onderzoeksprogramma met onderstaande inhoud aan. Het komende half jaar wordt deze concept-onderzoeksagenda getoetst bij onderzoekers en behandelaren in Nederland.
Onderzoeksinfrastructuur
ME/CVS wordt in een toekomstig onderzoeksprogramma ME/CVS als multisysteemziekte onderzocht vanuit diverse biomedische disciplines. Hierbij ligt de nadruk op immunologie, neurologie, microbiologie, cardiologie en celbiologie. Samenwerking tussen deze disciplines is een pré, maar het is ook mogelijk om samenwerkingsverbanden aan te gaan met andere disciplines of op andere onderwerpen. Alle onderzoeksvragen moeten aansluiten bij internationale wetenschappelijke literatuur en worden mede beoordeeld op internationale samenwerking.
Onderzoek dat wordt uitgevoerd binnen het onderzoeksprogramma moet elkaar wederzijds verrijken en ook internationaal zijn vruchten afwerpen. De projecten in het programma moeten onderling samenhangen, waarbij fundamenteel, epidemiologisch en klinisch onderzoek met elkaar verweven zijn. Het programma beoogt op deze manier een onderzoeksinfrastructuur op te bouwen waarin wetenschappers, behandelaren en patiënten structureel samenwerken.
Patiëntencohort
Een samenbindend element in het programma is de opbouw van een Nederlands patiëntencohort, dat epidemiologisch goed is gekarakteriseerd en over een aantal jaar wordt gevolgd. Materialen en data worden zo veel mogelijk gestandaardiseerd afgenomen en opgeslagen, om de aansluiting van onderzoeksresultaten bij ander nationaal en internationaal onderzoek te faciliteren. Hoe deze standaardisering er precies uit komt te zien wordt in een latere fase van de onderzoeksagenda besproken.
Onderzoekslijnen
Binnen het programma spelen de volgende onderzoekslijnen een belangrijke rol.
Fundamenteel onderzoek
- Onderzoek naar (chronische) immuum-activatie (waaronder gastheer-microbe-interacties), immuum-metabolisme of neurologische afwijkingen;
- Beeldvormend onderzoek naar de hersenen om verstoringen in het hersenmetabolisme te onderzoeken;
- Onderzoek naar de cellulaire energiehuishouding gekoppeld aan celfunctie.
Epidemiologisch onderzoek
- Onderzoek gericht op het ontstaan van ME/CVS: een (epi)genetische grondslag van ME/CVS, de invloed van omgevingsfactoren, of onderzoek naar infectieuze oorzaken;
- Longitudinaal onderzoek naar het beloop van ME/CVS en/of prognostische studies;
- Onderzoek gericht op een betere beschrijving van ME/CVS, zodat er een betere diagnose gesteld kan worden. Subgroepen en/of co-morbiditeiten kun hierbij worden vastgesteld.
Klinisch onderzoek
Omdat er weinig bekend is over de oorzaken of biologische mechanismen van ME/CVS is er voor klinisch onderzoek in het begin van het programma beperkt ruimte. Dit kan in de loop van het programma verschuiven. Qua klinisch onderzoek kan er gedacht worden aan:
- Onderzoek gericht op een beter diagnosestelling, bijvoorbeeld middels fysiologische testen zoals inspanningstesten en het bepalen van biomarkers;
- Het testen van therapieën die bekend zijn uit andere aandoeningen;
- Het testen van behandelingen die belangrijke symptomen verlichten.
Naast deze (langlopende) onderzoekslijnen wil de stuurgroep ook op korte termijn iets veranderen aan de acute situatie van patiënten. Daarom is er enige ruimte gereserveerd voor praktijk-/actieonderzoek om de positie van patiënten in kliniek en samenleving te verbeteren.
Prioriteiten voor de komende 4 jaar
De stuurgroep adviseert voor het biomedisch onderzoeksprogramma ME/CVS een looptijd van 10 jaar. Die looptijd is nodig vanwege de opbouw van een patiëntencohort, een onderzoeksinfrastructuur en het onderzoek langs de hierboven beschreven lijnen. Verwacht wordt dat er in totaal een budget van 20 tot 29,5 miljoen nodig zal zijn.
De stuurgroep heeft voor de eerste 4 jaar van het programma de volgende onderzoeksprioriteiten geformuleerd.
- De opbouw van een patiëntencohort van voldoende omvang, met bijbehorende middelen voor het ontwikkelen van protocollen en faciliteiten voor opslag van data en materialen;
- Fundamenteel biomedisch onderzoek gericht op: immuum-activatie, immuum-metabolisme, neurologische afwijkingen, verstoringen in het hersenmetabolisme en de cellulaire energiehuishouding;
- Longitudinaal onderzoek naar het ontstaan en beloop van ME/CVS;
- Klinische onderzoeken voor het ontwikkelen van fysiologische en biomarker testen en het ontwikkelen van behandelingen die symptomen verlichten, en onderzoek ter verbetering van de bejegening van patiënten.
Op basis van de resultaten kunnen na de eerste 3 jaar de onderzoekslijnen voor de volgende 4 jaar worden uitgezet.
Planning
Mede vanwege de coronacrisis is de oorspronkelijke planning gewijzigd. Het traject voor de onderzoeksagenda ziet er nu als volgt uit.
Mei – augustus 2020
- Verder uitwerken concept onderzoeksagenda n.a.v. input stuurgroep 24 april;
- Voorbereiding werksessies en programmadag.
September – oktober 2020
- Werksessies, met als doel: het bespreken van de resultaten van de internationale veldraadpleging, verkennen van netwerken en enthousiasmeren van deelnemers om onderzoek te doen naar ME/CVS.
November 2020
- Programmadag, waarop de onderzoeksagenda ME/CVS wordt voorgelegd aan het Nederlandse veld. Het doel van de bijeenkomst is om aanwezigen te informeren over internationaal ME/CVS-onderzoek en de aandacht te vestigen op het beoogde onderzoeksprogramma.
November/december 2020
- Opbrengsten werksessies en programmdag verwerken in onderzoeksagenda.