‘We willen vrouwen na zwangerschapscomplicaties gezond houden'

Interview met huisarts en onderzoeker Hedwig Vos
Zwangerschapsvergiftiging, hoge bloeddruk en suikerziekte tijdens de zwangerschap verhogen het risico om op latere leeftijd hart- en vaatziekten te ontwikkelen. Vrouwen die 1 van deze complicaties tijdens de zwangerschap gehad hebben, worden in de regio Den Haag door hun huisarts uitgenodigd voor een consult.

Huisarts en onderzoeker Hedwig Vos verdiept zich al jaren in de rol van sekse en gender in de preventieve zorg. Na een promotieonderzoek op dit terrein, onderzoekt zij nu hoe huisartsen kunnen helpen om het risico van vrouwen op hart- en vaatziekten te verlagen. In het bijzonder gaat het om vrouwen die tijdens hun zwangerschap een hoge bloeddruk, suikerziekte of zwangerschapsvergiftiging hebben.
Dit (implementatie)project Hart voor vrouwen vindt plaats in de regio Den Haag, als onderdeel van het initiatief Haagse Vaten. ‘Ons project heeft 2 pijlers’, legt Vos uit, ‘De eerste richt zich erop dat gynaecologen en verloskundigen de huisarts goed informeren als zij vrouwen na hun bevalling naar de huisarts ‘terugverwijzen’. In hun ontslagbrief moeten zij het expliciet melden als een vrouw tijdens haar zwangerschap 1 van deze risicofactoren had. Huisartsen zetten deze diagnose in het Huisartsen Informatie Systeem (HIS), en vragen hun praktijkondersteuners deze vrouwen voor een controle op (mogelijke) hart- en vaatziekten op te roepen.’

Wie is Hedwig Vos?

Afbeelding
Hedwig Vos Annemarie Bakker fotografie

Hedwig Vos is huisarts,  hoofd van de huisartsopleiding in het LUMC en universitair hoofddocent op het gebied van populatiegerichte eerstelijnszorg. Ze ontving in 2013 de Corrie Hermann-prijs van de Vereniging van Nederlandse Vrouwelijke Artsen (VNVA). De prijs wordt toegekend aan zorgverleners die zich inzetten voor de positie van de vrouw in de zorg. Vos krijgt de prijs voor haar promotieonderzoek ‘Preventie bij vrouwen in de eerste lijn’. Hedwig Vos vervulde meerdere bestuursfuncties, zij is nu lid van de verenigingsraad van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG).

Preventieve controles

Deze controle is niets anders dan de reguliere controle zoals deze bij mensen met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten plaatsvindt, licht Vos toe. Concreet gaat het hier om mensen die medicatie slikken vanwege een hoge bloeddruk en/of cholesterol, en mensen die een hart- en vaatziekte hebben. Vos: ‘Wij voegen daar nu dus een nieuwe groep aan toe, namelijk vrouwen die tijdens hun zwangerschap een van genoemde complicaties hadden. We hopen hiermee te voorkomen dat deze vrouwen pas in beeld komen als er al schade aan hart, bloedvaten en/of nieren is opgetreden. Het gaat hier dus om proactieve, preventieve controles. ’5 jaar lang komen deze vrouwen jaarlijks 1 keer bij de huisarts, daarna wordt dit eens per 3 jaar, tenzij tussentijds blijkt dat de controles vaker moeten plaatsvinden.

Opsporen in dossiers

In de tweede pijler van dit project proberen huisartsen vrouwen op te sporen die vanwege hun voorgeschiedenis voor preventieve cardiovasculaire zorg in aanmerking komen. Zo worden deze vrouwen met hulp van een algoritme actief in de elektronische patiëntendossiers getraceerd, teruggaande naar het jaar waarin het HIS werd ingevoerd. In dit algoritme is rekening gehouden met bekende risicofactoren (zoals zwangerschapsvergiftiging, suikerziekte, cholesterol en hoge bloeddruk), maar ook met migraine, de geboorte van een relatief grote baby (mogelijk een indicatie voor zwangerschapsdiabetes) of meerdere miskramen.

Persoonlijk advies

Ook deze vrouwen worden vervolgens door de praktijkondersteuners van de huisarts opgeroepen voor een consult. In de Haagse regio hebben 17 huisartspraktijken hun medewerking toegezegd. Uit een eerste kwalitatief onderzoek blijkt dat veel vrouwen dit persoonlijke advies op prijs stellen. Verreweg de meesten wisten niet dat hun risico verhoogd was, ondanks dat gynaecologen aangeven dit wel te melden. Voor de huisartsen zelf blijkt dit werk wel tijdrovend, omdat ieder dossier geopend en doorzocht moet worden. Vos: ‘Als we deze vrouwen goed in kaart hebben, willen we nagaan wat we meer kunnen doen om de risico’s van deze vrouwen op hart- en vaatziekten te beperken. Moeten we hen ook elk jaar gaan volgen, 5 jaar lang? Of vaker nog, of minder vaak? Welke vrouwen moeten we vooral goed in de gaten houden, welke niet? Welke vrouwen kunnen het goed aan om zelf hun gezondheid te monitoren, bijvoorbeeld door een bloeddrukmeter?’

Afbeelding
We weten dat deze vrouwen een verhoogd risico hebben op hart- en vaatziekten en diabetes, en toch hebben we ze als huisarts niet goed in beeld.
Hedwig Vos
Huisarts en onderzoeker

Transmurale afspraken

Een belangrijk resultaat van dit project is dat er regionale transmurale afspraken zijn gemaakt tussen gynaecologen, verloskundigen, huisartsen en vasculair internisten. De samenwerking is hierdoor verbeterd. Er is nu duidelijk vastgelegd wie welke taak heeft en wie wat doet voor vrouwen met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten na een hypertensieve zwangerschapsaandoening of zwangerschapsdiabetes.
Voor al deze professionals zijn (online) scholingen georganiseerd om hen in deze nieuwe samenwerkingsafspraken op te leiden. Ook is er informatiemateriaal gemaakt dat aan professionals en patiënten uitlegt waarom een tijdige controle zo belangrijk is. Een speciaal voor dit doel opgericht patiëntenpanel heeft over al deze materialen meegedacht: denk aan een filmpje voor in de wachtkamer, een patiëntbrief en een folder

Zorgverzekeraars

Op landelijk niveau zijn er nu ook samenwerkingsafspraken in de maak. Op termijn streven de initiatiefnemers ernaar dat zorgverzekeraars deze vrouwen officieel in de zogeheten ketenzorgprogramma’s opnemen, zodat het oproepen ‘vanzelf’ gaat. Vos: ‘Dan komt er ook een vergoeding voor de selectie en het oproepen van deze vrouwen. Nu komt de groep pas in aanmerking voor ketenzorg als er al een aandoening is, zoals hypertensie en medicijngebruik hiervoor.’

Patiënteducatie

Als deze vrouwen inderdaad in de ketenzorgprogramma’s staan, wordt het voor huisartsen heel gewoon om hen leefstijladviezen te geven en hen op relatief jonge leeftijd te gaan volgen, voorspelt Vos. ‘Ik zeg dit niet omdat deze vrouwen ziek zijn, maar omdat we hen gezond willen houden. Educatie speelt hierbij een hele belangrijke rol: huisartsen kunnen ertoe bijdragen dat vrouwen weten dat als je er vroeg bij bent, dat je later veel leed kunt voorkomen.' Het risico op hart- en vaatziekten is bij deze jonge vrouwen aanvankelijk laag, maar neemt toe naarmate zij ouder worden, licht Vos toe. Hier ligt dus een kans om deze periode voor het ‘optimaliseren van hun cardiovasculaire gezondheid’ te benutten. Het risico op hart- en vaatziekten wordt namelijk in hoge mate bepaald door leefstijlfactoren die in principe te veranderen zijn.

Druk op huisartsen

Natuurlijk beseft Vos dat dit wéér een extra belasting vormt voor huisartsen, terwijl deze het al zo druk hebben. Toch merkt ze dat de meeste huisartsen hier positief tegenover staan. ‘Ik denk dat dit komt omdat huisartsen beseffen dat een zwangerschap een stresstest is voor het lichaam. Een zwangerschap vraagt enorm veel van het lijf, zeker ook van het vaatstelsel. Dit betekent ook dat als we deze vrouwen niét proactief volgen, we een kans op preventie laten liggen.’

1 / 1

Wat is ‘Haagse Vaten’?

Hart voor vrouwen in Den Haag is een onderdeel van Haagse Vaten. Dit is een lokaal initiatief in de regio Haaglanden. Het doel van Haagse Vaten is het maken van goede afspraken over de juiste zorgverlening op de juiste plek waardoor de zorg voor mensen met (risico op) hart- en vaatziekten beter en betaalbaarder wordt en de ervaren gezondheid toeneemt.
Bij Hart voor vrouwen gaat het om een samenwerkingsstructuur van zorgprofessionals uit de eerste lijn (huisartsen, POH’s, verloskundigen) en tweede lijn (gynaecologen, vasculair internisten, cardiologen). Er liggen nu duidelijke afspraken tussen deze professionals: wanneer verwijzen we een patiënt naar het ziekenhuis en vooral ook: wanneer verwijzen we een patiënt terug naar zijn of haar eigen huisarts voor de verdere zorg. De ambitie is op middellange termijn een verschil te maken in de ziektelast en sterfte door hart- en vaatziekten en diabetes. Dit wordt bereikt door het maken van goede werkafspraken, regelmatige scholingen en intensieve samenwerking tussen alle eerste- en tweedelijns zorgorganisaties in Den Haag en andere relevante partijen zoals de gemeente, GGD, academisch ziekenhuis (LUMC) en patiëntenvertegenwoordiging (Stichting Vrouwenhart).