Beter begrip begint bij samenwerken op de werkvloer

Interview met Ina Boerema, Kenniswerkplaats Zaanstreek-Waterland
Hoe zorgt u dat inwoners met een psychische kwetsbaarheid niet tussen wal en schip vallen? Met lange wachtlijsten in de ggz, hoge werkdruk onder huisartsen en een stevig appel op de wijkteams is die vraag niet eenvoudig te beantwoorden. Hoe pakken ze het in Zaanstreek-Waterland aan? Vooral door veel van elkaar te leren.

Ina Boerema van GGD Zaanstreek-Waterland heeft al heel lang ervaring in de ggz. In 1984 begon ze als leerling-psychiatrisch verpleegkundige in het toenmalige Provinciaal Ziekenhuis Santpoort, 145 jaar lang hét psychiatrisch ziekenhuis van Amsterdam en omstreken. Via de hoofdstedelijke crisisdienst en de eerste zogeheten zorg-aan-huis-initiatieven in de jaren ’90, kwam ze na jarenlang werken aan projecten en onderzoek bij het Trimbos-instituut als ‘kwartiermaker’ bij 113 Zelfmoordpreventie terecht. Daar leerde ze de grote meerwaarde kennen van het letterlijk rondreizen om een thema te agenderen. Al deze ervaringen zet ze nu in als coördinator van de Regionale Kenniswerkplaats Onbegrepen Gedrag Zaanstreek-Waterland.

Continuïteit blijft lastig

In 2017 is de regio gestart met projecten vanuit het toenmalige ZonMw-actieprogramma, onder meer om ggz-expertise toe te voegen aan de wijkteams. Boerema: ‘We wilden mensen uit de ggz, de GGD én ervaringsdeskundigen laten samenwerken. Preventief en outreachend, dat was het idee.’ De subsidies hebben veel vernieuwing mogelijk gemaakt, maar borging blijft toch lastig, vervolgt ze. ‘We wilden bijvoorbeeld dat wijkteammedewerkers meer kennis zouden krijgen over ggz-problematiek, zodat ze mensen in de wijk ook zelf beter konden ondersteunen. De kennis is zeker verbeterd met klinische lessen, advies bij casuïstiek en samen op huisbezoek gaan. Toch blijven wijkteams behoefte houden aan ondersteuning van ggz-experts. In een paar wijken hebben we dit geïmplementeerd. Maar doordat projecten weer stoppen, is het niet overal gelukt. Via de regionale kenniswerkplaats willen we dit nu alsnog goed gaan borgen.’

Meteen moeten handelen

De grootste winst van de projecten is intussen misschien wel de samenwerking tussen professionals van uiteenlopende organisaties, zoals politie, GGD en ggz. Boerema: ‘Zij werken vanuit sterk verschillende culturen en hebben elkaar in de samenwerking op de werkvloer beter leren begrijpen. Als je in een project bijvoorbeeld letterlijk op het politiebureau zit, kun je direct schakelen als er een melding is. Ik ben zelf ook 1 keer een dag met de politie mee geweest. Dan ervaar je wat het betekent als de hele dag de telefoon gaat en je meteen beslissingen moet nemen. Er is simpelweg geen tijd om rustig in een dossier van een cliënt te kijken, zoals we in de ggz gewend zijn. Je moet meteen handelen.’

Door over de ander te vertellen waar die goed in is, kun je de meerwaarde van elkaars inbreng concreet maken.
Ina Boerema
Coördinator Kenniswerkplaats Onbegrepen Gedrag Zaanstreek-Waterland

Elkaars meerwaarde benoemen

Boerema herkent wat Violet Petit en Joke van der Meulen in een eerder ZonMw-interview vertelden over het ‘normatieve gesprek’ over ieders kijk op een probleem. ‘Wij hebben dat gedaan door samen te onderzoeken wat nu eigenlijk een ‘niet-acute melding’ is, en wat een ‘crisis’. Het leverde een heel lange lijst items op om dit vast te stellen. Dat werkt natuurlijk niet. Het mooie is dat we die lijst met elkaar vervolgens wél hebben weten in te dikken. Zo kom je samen tot een zekere overeenstemming wanneer je op een situatie af moet gaan.’ Een andere goede werkvorm is het over de ander vertellen waar hij of zij goed in is. Boerema: ‘Dat prikkelt om de meerwaarde van elkaars inbreng concreet te maken, in plaats van uit te gaan van wat je zelf – vanuit jouw organisatie – gewend bent als de beste aanpak te zien.’

Vragen naar ervaringen

In het regionale samenwerkingsverband rond zorg en veiligheid ‘Allen voor 1’ werken de 7 gemeenten en ketenpartners in Zaanstreek-Waterland op bestuurlijk niveau al langer samen. In deze samenwerking is het net zo relevant om de culturen bij elkaar te brengen, want die verschillen volgens Boerema óók per gemeente. ‘Van mijn suïcidepreventie-tijd weet ik dat het soms lastig is om het bij bestuurders heel persoonlijk te maken. Maar het werkt wel als je mensen uitnodigt te vertellen hoe ze zelf tegen dingen aankijken. En als je erop doorvraagt, heeft bijna iedereen wel ervaring met psychische kwetsbaarheid.’

Laat regio’s bij elkaar over de vloer komen, zodat je anderen letterlijk kunt laten zien hoe je dingen kunt aanpakken.
Ina Boerema
Coördinator Kenniswerkplaats Onbegrepen Gedrag Zaanstreek-Waterland

De energie vasthouden

Heel direct van elkaar leren, dat is steeds de inzet van de kenniswerkplaats. Dit gebeurt nu onder meer in een pilot in 2 wijken in Purmerend en Zaanstad, bedoeld om de samenwerking ‘over de schotten heen’ te verbeteren. Daarbij worden ook heel nadrukkelijk ervaringsdeskundigen betrokken. Boerema: ‘We starten binnenkort met een eerste brainstorm over wat je in de wijk samen kunt doen voor kwetsbare mensen. In een vervolgsessie willen we concreet maken wat je vandáág al kunt oppakken. Laaghangend fruit plukken is cruciaal, anders gaat de energie er te snel weer uit. En die heb je juist nodig om ook de grotere uitdagingen aan te gaan. Zoals initiatieven waarvoor je meer financiering nodig hebt, van gemeenten of zorgverzekeraars.’

Uitwisseling faciliteren

Wat kan ZonMw bijdragen aan de beweging op regionaal niveau? Boerema: ‘Faciliteer vooral ontmoeting en uitwisseling. Laat regio’s bijvoorbeeld bij elkaar over de vloer komen, zodat je anderen letterlijk kunt laten zien hoe je dingen kunt doen. En zorg voor een goede vertaling van de bevindingen uit het programma en de lessen uit het onderzoek. Want die kunnen wij weer gebruiken om het verhaal over het waaróm van dit alles aan bestuurders te vertellen. Zodat ze snappen dat er weliswaar geen simpele oplossingen bestaan, maar dat je wél heel concreet aan verbeteringen kunt werken.’

Actieprogramma Grip op Onbegrip

De ambitie van het ZonMw-actieprogramma Grip op Onbegrip is het versterken van een lerende omgeving en verbetercyclus in de regio ten behoeve van duurzame persoonsgerichte zorg en ondersteuning voor mensen met onbegrepen gedrag. De lerende omgeving heeft betrekking op het sociaal, zorg- én veiligheidsdomein. Het programma bouwt voort op het Actieprogramma ‘Lokale initiatieven voor mensen met Verward Gedrag’ en sluit aan bij verschillende initiatieven die zijn ontplooid rondom verward gedrag, beschermd wonen en maatschappelijke opvang. 

Waar het voorgaande programma hoofdzakelijk was gericht op het lokaal verbeteren van de praktijk, wordt in de komende jaren binnen Grip op Onbegrip gewerkt aan het verder brengen van goede praktijken en het duurzaam verbinden van praktijk en kennis en het stimuleren van een lerende cyclus.

Tekst: Marc van Bijsterveldt (oktober 2023)