‘Kijk eens met oog voor sekse en gender naar onderzoeksdata’

E-learning sekse en gender voor onderzoekers
Er moet meer aandacht komen voor sekse en gender in onderzoek, daar zijn veel wetenschappers het over eens. Maar hoe? Die vraag kreeg epidemioloog Irene van Valkengoed, universitair hoofddocent bij het Amsterdam UMC regelmatig. De nieuwe laagdrempelige e-learning ‘Sex and Gender in epidemiological research’ biedt uitkomst.

Waarom deze e-learning?

‘Het is belangrijk om in onderzoek onderscheid te maken tussen mannen en vrouwen en alles wat daar tussen zit. Eerder heb ik zelf bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar hartstilstand bij vrouwen en mannen, en naar de rol die gendergerelateerde factoren speelden bij het risico op een hartstilstand. Vrouwen hebben een lagere kans op het overleven van een hartstilstand, en het heeft minder effect als ze gereanimeerd worden. Belangrijke kennis waarmee medici rekening moeten houden.’

‘De aandacht voor sekse- en genderverschillen in onderzoek groeit gelukkig, maar nergens werd eigenlijk beantwoord ‘hoe dan’? Geïnteresseerde collega’s vroegen ook vaak: heb je niet iets voor me? Er zijn wel heel uitgebreide cursussen, maar het ontbrak aan een basis-introductie, dus zijn we het zelf maar gaan maken. Deze e-learning is dus echt uit frustratie ontstaan.’

Definities sekse en gender

Met sekse bedoelen we de biologische en fysiologische verschillen tussen mensen en tussen dieren, denk aan hormonen, chromosomen en reproductieve organen. Gender omvat de sociaal-cultureel bepaalde verschillen tussen mensen, zoals rollen, gedragingen, uitingen en identiteiten. Lees meer over de definities.

Bepaalde sociale verschillen tussen mannen en vrouwen gaan letterlijk onder de huid zitten
Irene van Valkengoed
Epidemioloog en universitair hoofddocent bij het Amsterdam UMC

Wat kunnen onderzoekers en studenten leren van deze e-learning?

‘Rode draad is in de e-learning is: Hoe kunnen onderzoekers - en dan specifiek in kwantitatief onderzoek - rekening houden met gender- en sekseverschillen? We hebben het hele onderzoekstraject op een rij gezet, hoe doe je dit nu in de praktijk. Vanaf de onderzoeksvraag. Het is bijvoorbeeld belangrijk om je af te vragen of sekse en gender relevant zijn in jouw onderzoek. En welke aspecten dan? Misschien alleen de biologische kant. Je hoeft ook niet alles te meten en mee te nemen.’

‘Onderzoekers werken vaak met bestaande gegevens, hoe dan verder? We raden aan om in ieder geval gegevens te stratificeren, maak onderscheid tussen mannen en vrouwen en kijk of het iets uitmaakt. Kijk nu eens met die bril door de data heen, zitten er verborgen pareltjes tussen?’

‘In de Helius-studie die we hebben gedaan onder 24.000 mensen van verschillende etnische groepen in Amsterdam zaten ook gegevens over parttime en fulltime werken, over kostwinnerschap, over het soort beroepen dat mensen deden. Met behulp van criteria, eerder opgesteld door het CBS, konden we vaststellen of ze vooral in een door mannen of vrouwen gedomineerde sector werkten. Zo konden we uit bestaande gegevens ook gendergerelateerde kenmerken halen.’

Voor wie is de e-learning specifiek bedoeld?

‘We hebben deze e-learning gemaakt mét en voor PhD-studenten. De e-learning is ook vrij beschikbaar op medisch onderwijs online en wordt ingezet in de masteropleiding van de UvA. Zelf verspreid ik hem zo breed mogelijk. Deze beknopte e-learning is bij uitstek ook geschikt voor onderzoekers die nog niet zoveel affiniteit hebben met dit thema. Je bent er misschien 1 uur - en als je alle oefeningen doet - 2 uur mee bezig. Heel praktisch en laagdrempelig.’

Wat is het belangrijkste doel van de e-learning?

‘Ik wil het vooral eenvoudig maken voor mensen om te horen hoe belangrijk het is om oog te hebben voor de verschillen tussen mannen en vrouwen, voor de biologische en genderverschillen. En ook laten zien hoe eenvoudig het is om hier rekening mee te houden. Onderzoekers hebben vaak het idee dat het allemaal heel ingewikkeld is, maar dat hoeft het helemaal niet te zijn. Je kunt al heel klein beginnen. Met een andere blik naar data kijken, helpt al heel veel.’

Kennis over sekse en gender moet echt in de basiskennis van medici zitten
Irene van Valkengoed
Epidemioloog en universitair hoofddocent bij het Amsterdam UMC

Waarom is het zo belangrijk om meer aandacht te hebben voor sekse- en genderverschillen in onderzoek?

‘Er is aan de ene kant gelukkig meer aandacht voor sekse- en genderverschillen in de medische wereld, maar het verbaast me nog steeds hoeveel onderzoekers hier helemaal geen rekening mee houden. Het is nog geen automatisme.’

‘Natuurlijk zijn er veel gelijkenissen tussen mensen, maar er zijn ook verschillen. Juist in een tijdperk waarin we alles gepersonaliseerd willen doen, waarin we het belangrijk vinden dat iedereen de juiste zorg op maat krijgt, vind ik het verbazingwekkend dat dit onderscheid niet altijd gemaakt wordt. Met onze e-learning laten we zien dat onderzoekers op een relatief eenvoudige manier onderscheid kunnen maken. Dit moet echt in de basiskennis van medici zitten. De gevolgen zijn nogal groot wanneer je hier geen rekening mee houdt; het kan namelijk betekenen dat vrouwen minder profijt hebben van een bepaalde behandeling dan mannen.’

‘We moeten in onderzoek niet alleen oog hebben voor de biologische kant, maar zeker ook voor gender, voor de sociale verschillen tussen mannen en vrouwen. Of mensen die zich als vrouw of man identificeren.’

‘Wat verwachten we van mannen en vrouwen in onze samenleving? Wie zorgt er voor het inkomen, wie neemt de zorgtaken op zich? Dat heeft allemaal ook gevolgen voor je gezondheid. Deze mechanismes begrijpen we nog niet helemaal, maar we zien wel dat bepaalde sociale verschillen letterlijk onder de huid gaan zitten en op die manier dus biologisch worden.’

Kijk eens 10 jaar vooruit, wat moet er op dit vlak bereikt zijn?

‘De idealist in mij zegt dat het eigenlijk niet meer nodig zou moeten zijn om onderscheid te maken, omdat we het systeem heel anders hebben ingericht. Persoonsgericht, zodat het niet meer uitmaakt of je man of vrouw bent. Maar dat gaat binnen 10 jaar tijd nog niet gebeuren. Ik hoop wél dat het vanzelfsprekend wordt om hier in onderzoek over na te denken. Ik hoop ook dat we stappen zetten wanneer we ongelijkheid zien tussen groepen mensen, man of vrouw of op basis van andere kenmerken.’

Wie is Irene van Valkengoed?

Afbeelding
Portretfoto Irene van Valkengoed

Epidemioloog Irene van Valkengoed is universitair hoofddocent bij het Amsterdam UMC en bestuurslid van de Nederlandse Vereniging Gender & Gezondheid (NVG&G). Haar onderzoek richt zich op sociale ongelijkheden in cardiovasculaire en metabole gezondheid, met name naar sekse en gender.

ZonMw-Kennisprogramma Gender en Gezondheid

Het Kennisprogramma Gender en Gezondheid is erop gericht de kennisachterstand over man-vrouwverschillen in gezondheid en zorg te verkleinen. We stimuleren onderzoek om verschillen tussen mannen en vrouwen te begrijpen en te kunnen werken aan een betere gezondheid voor zowel mannen als vrouwen.

Meer informatie over het kennis over man-vrouwverschillen bij ZonMw.